Comité wil gebeurtenissen WO II meer herdenken

Belangrijke gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog gaan een nadrukkelijkere rol spelen tijdens de nationale herdenking op 4 mei en de nationale viering op 5 mei. Het gaat dan om gebeurtenissen als de Holocaust, de Hongerwinter en de Japanse bezetting in Indië.

Dat staat in de toekomstvisie 'Kom vanavond met verhalen' van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het plan is vrijdag in Den Haag aan staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) overhandigd. Daarin vraagt het comité opnieuw om 5 mei uit te roepen tot een jaarlijkse nationale feestdag.

"De belangrijke gebeurtenissen zijn zo kenmerkend voor wat er in onze geschiedenis is gebeurd. Als we die er meer uit laten springen, is dat bovendien beter voor de overdracht naar jongeren", licht voorzitter Joan Leemhuis-Stout van het comité toe. Die gebeurtenissen worden vooral belicht aan de hand van verhalen van ooggetuigen. "Ook willen we een betere koppeling maken tussen 4 en 5 mei, want door de herdenking op 4 mei realiseren we ons op 5 mei dat onze vrijheid niet vanzelfsprekend is."

De nieuwe visie werd gevormd na verkenningsbijeenkomsten, openbare debatten en gesprekken met organisaties van oorlogsgetroffenen. Het toekomstplan moet zorgen dat herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog levend blijven. Het nationale en gezamenlijke karakter van 4 en 5 mei moet toekomstbestendig zijn.

Naast aandacht voor de Tweede Wereldoorlog blijft ook het herdenken van Nederlandse slachtoffers van oorlogssituaties en vredesmissies een belangrijk element tijdens de nationale herdenking.

Dat het comité opnieuw een oproep doet om van 5 mei tot nationale feestdag uit te roepen, heeft alles te maken met de wens om Bevrijdingsdag te laten uitgroeien tot 'misschien wel de belangrijkste dag van het jaar', aldus Leemhuis. "Deze dag staat symbool voor de geschiedenis van onze vrijheid. Laten de sociale partners met die extra vrije dag vooral naar de inhoud en betekenis van die dag kijken in plaats van alleen maar naar het arbeidsrechtelijke aspect", zegt Leemhuis.