Libië smeekt Veiligheidsraad om opheffing embargo

Libië heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties met klem gevraagd het wapenembargo tegen het land in te trekken. Dat is nodig om het groeiende gevaar van Islamitische Staat (IS) en andere militante groepen het hoofd te kunnen bieden, stelt de door het Westen gesteunde regering in Tobruk. Ook als de Veiligheidsraad uitzonderingen op het embargo toestaat is er volgens Tobruk al veel gewonnen.

Volgens diplomaten heeft Libië de afgelopen dagen gevraagd om een groot aantal gevechtsvliegtuigen en andere militaire middelen. VN-ambassadeur Ibrahim Dabbashi wilde niets loslaten over zijn verlanglijst. Wel zei hij tegen verslaggevers dat 'wie niet genoeg gevechts- en patrouillevliegtuigen en dergelijke heeft, dit probleem niet kan bedwingen'. Dabbashi doelde op de moslimextremisten die zich volgens de regering in Tobruk steeds zichtbaarder roeren in Libië.

Libië kan de VN vragen om een uitzondering te maken op het wapenembargo, maar het VN-comité dat daarover beslist stemt zelden toe. Libië is ernstig verdeeld en zit niet alleen met twee rivaliserende regeringen, maar ook met een groot aantal strijdgroepen en extremistische bewegingen opgescheept. De VN zijn bang dat wapens voor de Libische regering eenmaal in Libië in verkeerde handen vallen.

In een poging de Veiligheidsraad voor zijn standpunt te winnen deelde Dabbashi mee dat de chef-staf van het leger voortaan moet tekenen voor iedere wapenleverantie. Ook de VN-missie in Libië zou toestemming moeten geven. Desnoods wil Libië een internationale waarnemer toelaten die zou kunnen nagaan of de wapens bij de juiste personen belanden.

Een commissie van deskundigen van de VN raadde de Veiligheidsraad maandag nog aan het wapenembargo juist te verzwaren.