'Marshallplan' nodig voor ebolalanden

De landen in West-Afrika die getroffen zijn door de ebola-epidemie hebben een Marshallplan nodig om de ziekte te bestrijden en hun economieën weer op te bouwen. Dat heeft de Liberiaanse president Ellen Johnson Sirleaf dinsdag gezegd.

"Onze internationale partners moeten ons blijven bijstaan", zei Sirleaf, ook nu het aantal ebolagevallen in de zwaarst getroffen landen Liberia, Guinee en Sierra Leone van week tot week afneemt. De president is momenteel in Brussel waar een internationale conferentie over de epidemie gaande is.

De wederopbouw van de economieën van de getroffen landen is een tijdrovend en langdurig proces, zei Sirleaf. "Het belangrijkste langetermijnantwoord op ebola schuilt in plannen en strategieën voor economisch herstel." Hiervoor zijn volgens de president 'aanzienlijke bronnen, mogelijks zelfs een Marshallplan' nodig.

Nu de ebolacrisis in de drie zwaarst getroffen landen afneemt, richten hulporganisaties de blik op andere landen in de regio, die niet op een uitbraak zijn voorbereid. Somalië en Tsjaad staan er wat dat betreft beroerd voor, zegt hulporganisatie Save the Children. De organisatie dringt er bij de internationale gemeenschap op aan de gezondheidsstelsels in deze landen te verbeteren.

"We moeten lessen trekken uit de huidige crisis - niet alleen voor de drie betreffende landen, maar voor alle landen die adequate gezondheidszorg ontberen", aldus een rapport van Save the Children. Volgens de organisatie is 4,3 miljard dollar uitgetrokken om de huidige ebolacrisis te bezweren, maar had het 1,58 miljard gekost om de gezondheidszorg te verbeteren in de getroffen landen, die niet opgewassen bleken tegen de epidemie.