Hulplijn radicalisering staat 100 mensen bij

De hulplijn radicalisering van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN) heeft na ruim een maand meer dan honderd personen en instanties geholpen. In dertig gevallen worden families ondersteund waarvan een kind is geradicaliseerd. Veertien van die kinderen zijn afgereisd naar het gebied van Islamitische Staat.

Deze cijfers heeft SMN dinsdag bekendgemaakt. In de dertig gevallen gaat het om zeventien mannen en dertien vrouwen, van wie zestien meerderjarig zijn en twaalf minderjarig. Van twee gevallen is de afkomst en leeftijd onbekend. In zeventien gevallen gaat het om Marokkaanse Nederlanders.

Ook radicaliseerden acht autochtone Nederlanders, zo blijkt uit de gegevens van SMN. Verder gaat het om één persoon uit voormalig Joegoslavië, één Turks-Nederlandse en een jongere van Somalische afkomst met een Nederlands paspoort. "De hulplijn voorziet in een duidelijke behoefte. Niet alleen ouders en familieleden, maar ook moskeeën, gemeenten en andere instellingen vragen om advies en ondersteuning", zegt SMN-woordvoerder Farid Azarkan.

"Zij hebben interesse in samenwerking en willen in sommige gevallen ondersteuning of advies in de aanpak van radicalisering. Scholen en jeugdinstellingen willen bijvoorbeeld vooral weten hoe zij met jongeren het gesprek over radicalisering kunnen aangaan."