Duizenden Kameroeners op de vlucht voor Boko Haram

Meer dan tienduizend Kameroeners zijn in paniek het grensgebied met de Nigeriaanse deelstaat Borno ontvlucht. Zij zoeken een veiliger heenkomen na enkele aanvallen door de Nigeriaanse terreurgroep Boko Haram.

De extremisten hebben tientallen mensen ontvoerd en voedselvoorraden en vee meegenomen, waardoor er ook een humanitaire crisis dreigt, zei de Kameroense minister voor bestuur en decentralisatie René Emmanuel Sadi dinsdag.

Onder degenen die zijn gevlucht zijn scholieren en leraren. Boko Haram is fel tegen westers onderwijs. Ongeveer 150 scholen zijn inmiddels gesloten, zegt minister van onderwijs Monouna Fotso. De overheid probeert de leerlingen elders op te vangen.

Boko Haram vormt een steeds groter regionaal probleem. De militante groep wil de sharia vestigen in Nigeria, een land met 170 miljoen inwoners van wie ongeveer de helft niet-islamitisch is. De groep heeft een groot aantal dorpen ingenomen in een gebied van 250 kilometer langs de grens tussen Kameroen en Nigeria en ronselt strijders in Niger, Tsjaad en Kameroen. Het leger van Kameroen krijgt in de strijd tegen Boko Haram inmiddels militaire steun van Tsjaad.

De aanklager bij het Internationaal Strafhof, Fatou Bensouda, zegt dat het geweld in het noordoosten van Nigeria ontstellend is toegenomen. Zij waarschuwde dat leden van partijen die zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid vervolgd kunnen worden.

Het ICC is bezig met een verkennend onderzoek naar beschuldigingen dat de extremisten van Boko Haram grote aantallen burgers vermoorden, meisjes en jongens onder dwang inzetten in het conflict en grote aantallen mensen uit hun woonplaatsen verjagen. Ook het Nigeriaanse leger zou zich schuldig maken aan buitengerechtelijke executies van burgers. Bensouda herinnerde Nigeria eraan dat het land verplicht is daders van misdrijven te vervolgen.