Israël verdeeld over onderzoeken naar Gaza-oorlog

Binnen het Israëlische leger woedt een felle discussie over het al dan niet onderzoeken van mogelijke misdaden van militairen tijdens de oorlog in Gaza vorig jaar. Door de kwestie staan de officieren en de advocaten van het leger lijnrecht tegenover elkaar.

De tegenstanders menen dat door militairen strafrechtelijk te onderzoeken soldaten in toekomstige conflicten aan handen en voeten worden gebonden. Daarnaast zou het moraal van de troepen een flinke deuk oplopen en zou het vertrouwen waar de Israëlische dienstplicht op is gebaseerd worden geschonden.

Maar dat is buiten de aanmelding van de Palestijnse Autoriteit bij het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag gerekend. De Palestijnen hebben eerder aangegeven Israël bij het hof te willen aanklagen voor oorlogsmisdaden. Alleen door zelf een robuust onderzoek uit te voeren kan Israël ervoor proberen te zorgen dat het ICC een eventuele zaak niet oppakt. Het ICC neemt namelijk alleen zaken in behandeling als het land waar het mogelijke vergrijp plaatsvond niet in staat of niet bereid is de zaak zelf te onderzoeken.

Na dagen van raketbeschietingen door Palestijnse militanten zette Israël vorig jaar op 8 juli de aanval in op Gaza. In de vijftig dagen die volgden kwamen volgens de Verenigde Naties meer dan 2100 Palestijnen om. De meeste slachtoffers waren burgers. Aan Israëlische zijde waren 72 doden te betreuren, onder wie zes burgers. Israël zegt dat het hoge dodental de schuld is van de militante beweging Hamas, wier leden zich verschuilen onder de burgerbevolking. Maar critici betwijfelen of Israëls reactie op de raketbeschietingen proportioneel was.

Israël voert wel onderzoeken uit naar zijn eigen troepen, maar deze zaken leiden zelden tot veroordelingen. Na een offensief in Gaza in 2009 werden vier militairen schuldig bevonden aan diverse vergrijpen, waaronder plunderen, onjuist gebruik van een wapen en levensgevaarlijk gedrag. De zwaarst gestrafte militair kreeg een celstraf van nog geen vier maanden.

De belangrijkste voorstander van meer strafrechtelijke onderzoeken is de advocaat-generaal van het leger, Danny Efroni, wiens team meer dan honderd klachten heeft ontvangen over het offensief van vorig jaar. Efroni wil ten minste tien incidenten onderzoeken, waaronder de dood van vier jongetjes op een strand in Gaza, op 16 juli, en de beschieting van een VN-school op 24 juli. Maar militaire analisten denken dat Efroni het niet zozeer gemunt heeft op Israëlische militairen. Hij zou de zaken juist intern willen onderzoeken om een zaak bij het ICC te vermijden.

"Sommigen in het leger zeggen 'laten we het onderzoeken, we hebben niks te verbergen'. Zodra we gaan onderzoeken houden we het internationaal recht buiten de deur. Er komt dan geen internationaal onderzoek en geen rechtszaak in Den Haag", zegt Ilan Katz, die voor een van Efroni's voorgangers werkte.