Verweij: "Het moet strakker en scherper bij Corendon"

Het laatste woord over de NK allround afgelopen weekeinde in schaatstempel Thialf is bij Team Corendon nog lang niet gesproken. De twee pijnlijke diskwalificaties voor de prijsvechters Marrit Leenstra en Marije Joling zouden nog als bedrijfsongevallen afgedaan kunnen worden. Maar de kritische uitlatingen van de ontmaskerde Europees allroundkampioen Jan Blokhuijsen, die stelde dat er weinig chemie is in de ploeg, diens afzegging voor de afsluitende 10.000 meter en de hoogoplopende woordenwisseling met de geplaagde coach Jan van Veen voor de NOS-camera's wekten in Heerenveen het sterke vermoeden dat er iets goed mis is bij Team Corendon.

Volgens Blokhuijsen zit zijn ploeg gezien alle tegenslagen en de teleurstellende prestaties dit seizoen in de 'mongolenwaaier'. Teamgenoot Koen Verweij, die als derde eindigde bij de NK, schudde zondagavond bij het horen van die uitspraak afkeurend het hoofd. "Het is een wielerterm, ik weet het, maar zo kun je onze situatie niet noemen. Dat helpt niet echt."

Volgens Verweij, die in Thialf als titelhouder werd onttroond door Sven Kramer, heeft 'iedereen' bij Team Corendon zo zijn eigen redenen voor het ondermaatse seizoen tot dusver. "Dat maakt het tot een groot teamprobleem. We zullen met elkaar terug naar de basis moeten gaan. Dat betekent veel meer en ook slimmer trainen. Dat kan echt een heel stuk beter bij ons. Hopelijk kunnen we nog dit seizoen daarvan profiteren."

De 24-jarige Verweij, nog steeds wereldkampioen allround, wil de verantwoordelijkheid voor de huidige crisis bij Team Corendon zeker niet alleen bij hoofdcoach Van Veen neerleggen. "Maar qua begeleiding hebben we nu wel andere dingen nodig. Het moet superprofessioneel worden aangepakt. Ik ben afkomstig uit een heel strakke TVM-organisatie. De setting bij Corendon is minder strak en oogt ook minder scherp. De hele organisatie zal beter neergezet moeten worden en dat zullen we gezamenlijk moeten doen."

Als nieuwkomer bij Team Corendon voelt Verweij zich min of meer gedwongen om een voortrekkersrol op zich te nemen in het professionaliseringsproces. "Dat is best raar. Ik ben in de zomer zelfs even gestopt, maar ik ben nu de enige die presteert. Ik zie het daarom als mijn taak mijn beleving van topsport en van winnen over te brengen op het team. Ik bereid mezelf goed voor op de dingen die ik moet en wil doen. Ik hoop de andere jongens daarin mee te nemen. Met deze staf en deze schaatsers moet het goed komen, al zit nu alles flink tegen."