Verdachte in bijna helft van de gevallen allochtoon

Van alle verdachten die vorig jaar werden aangehouden was 48 procent allochtoon. Dat is een stijging ten opzichte van 2007, toen nog veertig procent van de verdachten allochtoon was. Dat blijkt woensdag uit het jaarlijkse rapport Criminaliteit en Rechtshandhaving.

Voor het hoge aandeel allochtonen bestaan verschillende verklaringen. Het rapport wijst erop dat allochtonen jong zijn in vergelijking met autochtonen en dat een groter deel uit mannen bestaat. Mannen maken zich vaker schuldig aan misdrijven. In het verleden is er al op gewezen dat allochtonen vaak een lager inkomen hebben, waardoor de criminaliteit sneller lonkt.

Van alle verdachte mannen heeft acht procent een Marokkaanse achtergrond. Daarna volgen Surinamers met 5,8 procent en Turken met 5,2 procent. Bij de vrouwelijke verdachten zijn Surinaamse vrouwen de aanvoerders met 6,7 procent. Daarna volgen Marokkanen met 5,6 procent en Antillianen met vier procent. Van de allochtone verdachten was bijna twee derde niet-westers. Dat is iets minder dan in 2007. Binnen de allochtonen zitten de meeste verdachten bij de kinderen van immigranten.

De rapportage Criminaliteit en Rechtshandhaving wordt jaarlijks gemaakt door de Raad voor de Rechtspraak, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC).