Molukkers eisen geld van staat om kaping

Nabestaanden van de Molukse criminelen die in 1977 drie weken lang een groep reizigers gijzelden in een gekaapte trein in de Punt, stellen de Nederlandse staat aansprakelijk voor door hen geleden materiële en immateriële schade. De claim wordt woensdag verstuurd, meldt het Dagblad van het Noorden woensdag.

Volgens de nabestaanden zijn er inmiddels genoeg aanwijzingen dat bij de bevrijding disproportioneel geweld is gebruikt, waaronder moord. De nabestaanden eisen, 37 jaar na dato, rechtsherstel, genoegdoening en - uiteraard - een financiële tegemoetkoming, aldus de krant.

Bij de beëindiging van de kaping vielen acht doden, onder wie zes kapers. Een zoon van een betrokken politieagent stelde onlangs dat toenmalig minister van Justitie Dries van Agt bevel gaf tot het neerschieten van minstens twee treinkapers. Negen jonge Zuid-Molukkers hielden 51 treinreizigers twintig dagen in de trein in gijzeling.

De staat heeft drie weken om te antwoorden op de aansprakelijkheidsstelling. De advocaat van de nabestaanden, Liesbeth Zegveld, was woensdag niet in staat meteen te reageren.