Helft medicijnen voor andere ziekte gebruikt

Zeker de helft van alle medicijnen wordt voorgeschreven voor een andere aandoening dan waarvoor ze zijn ontwikkeld. Dat melden NRC Handelsblad en Reporter Radio zaterdag. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen vindt het een zorgelijke ontwikkeling, omdat medicijnen alleen worden getest voor de aandoening waarvoor ze zijn gemaakt.

In alle takken van de geneeskunde komt het voor dat artsen medicijnen voorschrijven voor een heel ander ziektebeeld dan hun patiënt heeft. Zo krijgen mensen met darmproblemen leukemiemedicijnen en geven artsen voor hevige jeuk bij mensen met een glutenallergie een lepramedicijn.

De risico's voor ander gebruik van medicijnen zijn niet onderzocht en de bijsluiter klopt dan niet. In de Geneesmiddelenwet staat dat er richtlijnen moeten zijn voor het zogenoemde off label voorschrijven van medicijnen, maar volgens de krant en het radioprogramma hebben veel medische beroepsverenigingen die niet.

Artsen hechten zeer aan hun 'voorschrijfvrijheid', omdat het soms een laatste redmiddel is om een patiënt te helpen. Een verbod zou de 'kraamkamer van de innovatie in de zorg' vernietigen, zeggen zij. Critici, zoals het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, vrezen echter voor de patentveiligheid.

Een voorbeeld van een middel waarbij het misging is de pijnstiller Vioxx. Die werd vaak voor andere aandoeningen voorgeschreven, wat in sommige gevallen leidde tot hartaanvallen en beroertes met dodelijke afloop. Het middel werd in 2004 van de markt gehaald.