EU-instellingen doen te weinig tegen CO2-uitstoot

De Europese Unie wil dat de uitstoot van broeikasgassen in Europa wordt beperkt, maar haar eigen instellingen doen te weinig om hun CO2-voetafdruk te verminderen. Dat blijkt woensdag uit onderzoek van de Europese Rekenkamer.

De Rekenkamer onderzocht vijftien EU-instellingen, waaronder de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Rekenkamer zelf. Veruit de grootste C02-uitstoter is het Europees Parlement, dat elke maand tussen zijn twee zetels Brussel en Straatsburg pendelt. In 2012 produceerde het bijna 92 duizend ton CO2, bijna net zo veel als de overige veertien gemeten instellingen bij elkaar.

Volgens de Rekenkamer maken de EU-instanties zelf niet volledig gebruik van de instrumenten voor milieubeheersing die de Europese Commissie propageert. De invoering van het Europees milieu-auditsysteem EMAS verloopt langzaam, informatie over de werkelijke uitstoot is onvolledig

"De EU-instellingen en -organen moeten het goede voorbeeld geven ten aanzien van de aankomende EU-doelstelling voor 2030 voor het terugdringen van de uitstoot", zei rekenkamerlid Ladislav Balko, die het onderzoek leidde. "Dat is van belang voor hun eigen geloofwaardigheid en van die van het EU- klimaatbeleid."

De commissie wil dat de uitstoot van broeikasgassen in de EU tegen 2020 met twintig procent is teruggedrongen ten opzichte van 1990 en met dertig procent tegen 2030. Het Europarlement wil dan zelfs een vermindering van veertig procent hebben gehaald.