Hells Angels hoeven 'verkapt clubhuis' niet uit

De Amsterdamse Hells Angels mogen een pand vlak bij Station Sloterdijk blijven gebruiken. De gemeente Amsterdam vindt dat de motorclub het gebouw feitelijk gebruikt als clubhuis en dat is in strijd met het bestemmingsplan. De Amsterdamse rechtbank was het vrijdag niet eens met die beslissing van de gemeente.

De gemeente stelt dat het pand aan de Humberweg niets anders is dan een verkapt clubhonk waar leden van de motorclub hun avonden doorbrengen. Burgemeester van Amsterdam Eberhard van der Laan (PvdA) eiste daarom vorig jaar dat de activiteiten van de Hells Angels in het pand moesten worden stopgezet, omdat in het bestemmingsplan slechts een 'bedrijf' wordt toegestaan. Per overtreding moest twintigduizend euro worden betaald. De motorbende spande daarop een bodemprocedure aan.

Volgens de rechtbank is het gebruik van het pand als clubhuis onvoldoende bewezen. Officieel verhuren de Hells Angels het pand aan een auto- en een tatoeagebedrijf, waarvan de besturen 's avonds vergaderingen houden. De gemeente heeft niet aannemelijk gemaakt dat die avonden eigenlijk clubavonden zijn, aldus de rechtbank.

Twee jaar geleden kochten de Hells Angels het pand voor ongeveer vier ton, nadat ze waren gedwongen hun oude pand aan de H.J.E. Wenckebachweg te verlaten. Op papier verhuurden ze het pand in Sloterdijk daarna aan de twee bedrijfjes, maar volgens de gemeente was dat slechts een truc om de leden er gebruik van te kunnen laten maken.

Tegen de uitspraak kan binnen zes weken in beroep worden gegaan.