Geheime dienst Italië betaalde gevangen maffiosi

De vroegere Italiaanse geheime dienst Sisde heeft in de jaren dat Silvio Berlusconi premier was gevangen kopstukken van de maffia betaald voor informatie. Dat zegt Claudio Fava, vicevoorzitter van de antimaffiacommissie van het Italiaanse parlement.

Magistraten die de misdaadsyndicaten in Italië onderzoeken wisten niets van de geheime afspraken, die waren vastgelegd in een geschreven protocol tussen Sisde en de Italiaanse gevangenisdienst. De praktijk kwam aan het licht nadat premier Matteo Renzi het document in juli had vrijgegeven en het werd gebruikt in het beroepsproces van voormalig Sisde-chef Mario Mori in Palermo.

De regeling liep ongeveer van 2003 tot 2007. De commissie begint woensdag met getuigenverhoren om erachter te komen of de van de maffiosi gekochte informatie van enig nut is geweest. Fava vermoedt dat de informatie is gebruikt om onderzoeken naar mogelijke banden tussen politici en de maffia te frustreren.

'Wij wisten toen niet dat er een regeling bestond en wij weten nog steeds niet wat voor informatie door de maffiosi aan de inlichtingenagenten werd doorgegeven', zei Fava, de zoon van een journalist die in 1984 door de maffia werd vermoord. Hij vermoedt dat een van degenen die betaald kregen de voormalige rechterhand was van Bernardo Provenzano, de maffiabaas die in 2006 na een jarenlange klopjacht werd opgepakt. Voormalig Sisde-chef Mori wordt er onder meer van beschuldigd Provenzano jarenlang moedwillig te hebben laten lopen. Mori werd door een lagere rechtbank van deze beschuldiging vrijgesproken.

In een afzonderlijk proces op Sicilië stellen openbaar aanklagers dat oud-minister van binnenlandse zaken Nicola Mancino en andere politici in het begin van de jaren negentig met de maffia hebben onderhandeld om bomaanslagen te voorkomen. De maffia had onder meer aanslagen op het Uffizi-museum in Florence en twee kerken in Rome gepleegd. Het misdaadsyndicaat wilde daarmee wraak nemen voor de aanhouding in 1993 van 'baas der bazen' Salvatore Riina. Volgens de aanklagers boden regeringsfunctionarissen aan de jacht op de maffia af te zwakken als de bomaanslagen ophielden. Mancino ontkent zulke contacten met maffiabazen te hebben gehad.