Oppositiepartijen kritisch over leenstelsel

Oppositiepartijen blijven kritisch op de invoering van een leenstelsel voor studenten vanaf 1 september 2015. De partijen hekelen het dat studenten zich door de afschaffing van de basisbeurs fors in de schulden moeten steken, zo stellen zij in reactie op het wetsvoorstel dat minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Zo wijst het CDA erop dat studenten bij een gemiddelde studieduur van vijf jaar kunnen rekenen op een schuld van 32 duizend euro. "Dit betekent een leven lang lenen", aldus CDA-Kamerlid Michel Rog, die zich gesteund voelt door kritiek van de Raad van State op het leenstelsel. "Wij hadden al principiële bezwaren tegen het schuldenstelsel. Nu blijkt ook dat de cijfers een rommeltje zijn."

Het wetsvoorstel raakt volgens de ChristenUnie de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. "We gaan jongeren opzadelen met grote schulden en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs bemoeilijken", aldus ChristenUnie-Kamerlid Carola Schouten. "Nederland wil graag een kennisland zijn, maar voert tegelijkertijd beleid in dat ambitie bestraft."

Studenten krijgen vanaf 1 september 2015 geen basisbeurs meer die na afronding van de studie wordt omgezet in een gift. In plaats daarvan moeten ze geld voor hun studie lenen. De ov-studentenkaart blijft wel bestaan. Bussemaker bereikte voor de zomer een akkoord met oppositiepartijen D66 en GroenLinks.

De Raad van State plaatst in een maandag gepubliceerd advies een aantal kritische kanttekeningen bij het wetsvoorstel. Zo wijst de raad erop dat de middengroepen door de invoering van een leenstelsel relatief zwaar worden geraakt.