OM in beroep tegen vrijlating jihadganger Huizen

Het Openbaar Ministerie gaat in beroep tegen de vrijlating van een 31-jarige man uit Huizen die naar Syrië wilde afreizen. Het OM denkt maandag toch genoeg bewijs te hebben om de man te vervolgen op verdenking van het steunen van de gewapende strijd van terreurorganisatie Islamitische Staat (IS).

De officier van justitie baseert de beslissing op de eigen verklaring van de man, die stelde dat hij daadwerkelijk naar het land wilde afreizen. Het beroep wordt maandag ingesteld.

De verdachte werd samen met drie anderen ruim een week geleden in Huizen opgepakt. De overige arrestanten waren de echtgenote van de man en een tweede echtpaar. Ook zij waren volgens justitie van plan zich aan te sluiten bij de gewapende strijd van IS.

De rechter-commissaris besloot donderdag dat drie van de vier verdachten, waaronder de 31-jarige man, in vrijheid moesten worden gesteld wegens gebrek aan bewijs. De vierde verdachte, een 34-jarige man, bleef wel vastzitten.

De twee vrouwelijke verdachten blijven vrij. Tegen hun vrijlating wordt geen beroep ingesteld.

De kinderrechter beslist dindag over het lot van de zes kinderen van de twee 'jihadgezinnen'. Dan wordt duidelijk of ondertoezichtstelling (ots) wordt toegepast. Dat zegt een woordvoerder van de rechtbank maandag.

De ouders van de kinderen worden maandag gehoord. "Dit is een besloten zitting", aldus de woordvoerder. "De rechter neemt daarna de tijd om een beslissing te nemen."

Het zestal werd door Bureau Jeugdzorg naar een veilig onderkomen gebracht toen hun ouders waren gearresteerd. Bureau Jeugdzorg kan beslissen of de kinderen terug naar huis kunnen, maar de ondertoezichtstelling is een zaak van de Raad voor de Kinderbescherming. Vindt de kinderrechter dat ots noodzakelijk is, dan worden de gezinnen voorlopig begeleid door een gezinsvoogd.