Grove nalatigheid bij BP rond olieramp Deepwater

BP heeft zich schuldig gemaakt aan grove nalatigheid in aanloop naar de milieuramp met het boorplatform Deepwater Horizon in de Golf van Mexico in 2010. Dat heeft een federale rechter in de Verenigde Staten donderdag bepaald. Het oordeel kan de Britse oliemaatschappij miljarden aan extra claims kosten.

De rechter acht BP voor 67 procent schuldig aan de ramp. Olieboorbedrijf Transocean wordt voor dertig procent verantwoordelijk gehouden en dienstverlener Halliburton voor drie procent.

Verwacht wordt dat het aantal civiele claims tegen BP verviervoudigt als gevolg van de uitspraak. Dat kan BP maximaal achttien miljard dollar kosten, meldt The Wall Street Journal. In 2012 betaalde BP al 4,5 miljard dollar aan strafrechtelijke boetes.

Elf mensen kwamen in april 2010 om toen het platform ontplofte. De ramp is de geschiedenis ingegaan als de grootste milieuramp in de Verenigde Staten omdat miljoenen liters olie in zee terechtkwamen door een lek. Dat kon pas na ongeveer drie maanden gedicht worden. Een deel van de Amerikaanse kust raakte ernstig vervuild.