Terminale patiënt vaak onnodig opgenomen

Terminale patiënten worden in de laatste drie maanden die zij nog te leven hebben vaak onnodig opgenomen in het ziekenhuis. Een kwart van de opnames had achteraf kunnen worden voorkomen, zeggen huisartsen. Dat blijkt uit een onderzoek van gezondheidswetenschapper Ria de Korte-VerHoef waarover het VUmc donderdag bericht.

Ongeveer de helft van de ernstig zieke mensen die overlijden, belandt vlak daarvoor in een ziekenhuis. Een derde sterft daar ook. Benauwdheid, misselijkheid, braken, darmproblemen en pijn op de borst zijn vaak redenen voor opname. Patiënten krijgen daarvoor medicijnen of een infuus toegediend, handelingen die een huisarts ook thuis kan toepassen.

Dat mensen toch in het ziekenhuis belanden, heeft volgens De Korte-Verhoef te maken met stress. "De patiënt en zijn naasten willen een oplossing en denken dat ze die alleen in het ziekenhuis kunnen vinden", zegt de onderzoeker donderdag in dagblad Trouw. Daarnaast ontbreekt het huisartsen soms aan kennis over hoe om te gaan met benauwdheid en andere klachten waarmee patiënten te maken krijgen.

Volgens De Korte-Verhoef doen huisartsen er goed aan om in een vroeg stadium met patiënten en naasten te praten over het verloop van de ziekte, de te verwachten klachten en hoe die thuis kunnen worden behandeld. Ook scheelt het volgens de onderzoeker als de huisarts zijn patiënt vaker bezoekt en de huisartsenpost goed informeert. Daarnaast moet hij duidelijk maken dat er in een ziekenhuis in de laatste levensfase niet veel meer te verrichten is.

De Korte-Verhoef promoveert volgende week op haar onderzoek aan het VU medisch centrum in Amsterdam.