Parachutes en voedsel voor droppings Irak

Nederland levert parachutes, voedsel en dekens voor het droppen van hulpgoederen boven Irak. De droppings worden uitgevoerd door de Australische luchtmacht, schrijft minister voor Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen (PvdA) donderdag in een Kamerbrief.

Het kabinet heeft onderzocht of Nederland een bijdrage kan leveren aan het transport van humanitaire goederen naar Irak, schrijft Ploumen. Met bondgenoten, partners in de regio en organisaties is overlegd op welk manier snel een zinvolle bijdrage kan worden geleverd. Uiteindelijk is besloten de goederen boven het Sinjargebergte af te laten gooien.

Verschillende minderheden die op de vlucht zijn voor de Islamitische Staat (voorheen ISIS) zijn naar dat gebergte gevlucht. Naar schatting verblijven tienduizenden mensen zonder onderdak in het gebied en is er een groot tekort aan voedsel en water.

De Australische luchtmacht voert sinds dinsdag droppings boven het gebied uit. De Australiërs hebben genoeg middelen om tot begin volgende week droppings uit te voeren. De Nederlandse goederen worden zondag met een Nederlands militair vliegtuig, een KDC-10, naar de Verenigde Arabische Emiraten vervoerd. Daar worden ze overgedragen aan de Australische luchtmacht om vervolgens te worden afgeworpen.

Ploumen schat dat de operatie ongeveer een miljoen euro kost. Dit wordt betaald uit het noodhulpfonds.

Van de VVD mag het kabinet een stap verder gaan. "Wat de VVD betreft houdt de steun hierbij niet op", schrijft Kamerlid Mark Verheijen in een reactie. "Nederland moet blijven zoeken naar mogelijkheden om te kunnen bijdragen in de bescherming van Yezidi's en andere bevolkingsgroepen tegen de terreur van ISIS."

Het is volgens Verheijen belangrijk dat de Europese Unie 'als een blok' achter de luchtaanvallen van de VS op de Islamitische Staat blijft staan. "De inspanningen van de Europese Unie tot op heden zijn te kwalificeren als 'too little too late'.