Marine begeleidt wetenschappers naar ijskoud eiland

Wetenschappers trekken volgende maand onder begeleiding van de marine naar het Noorse eiland Jan Mayen in de Noordelijke IJszee. Aan de expeditie doen het Willem Barentsz Poolinstituut van de Rijksuniversiteit Groningen, TNO en het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap mee, meldt het ministerie van Defensie.

Op het eiland is het niet bepaald comfortabel toeven. Het werd in de zeventiende eeuw in de warmere maanden gebruikt als tijdelijke thuisbasis voor Nederlandse walvisvaarders. Op het hoogtepunt van de walvisvaart bevonden zich er meer dan duizend mensen. In de winter van 1633 op 1634 probeerden zes mannen op het eiland te overwinteren om de gebouwen te beschermen tegen plundering door rivaliserende walvisvaarders. Zij kwamen allemaal om door scheurbuik en andere ontberingen.

De marine moet het verblijf voor de wetenschappers veraangenamen. Zij worden met een patrouilleschip naar het eiland gebracht. Daar willen de marine en TNO proberen na te gaan wat de invloed is van sonar op butskopwalvissen. Met een onderzoeksboei worden de walvissen geobserveerd en gedragsgegevens verzameld.

Archeologen onderzoeken de nederzettingen die de walvisvaarders in de zeventiende eeuw hebben verlaten. Mariniers plaatsen voor de universiteit apparatuur bij het rookgat van de Beerenbergvulkaan. Ook reist een aardrijkskundeleraar mee om een lespakket te maken over klimaatverandering voor middelbare scholen.

De mariniers die meegaan zijn gespecialiseerd in werken in bergachtig gebied onder extreme omstandigheden, meldt Defensie. het eiland zou voor hen een unieke oefenlocatie 'met hoge trainingswaarde' zijn. Voor de mannen die de overwintering in de zeventiende eeuw niet overleefden is in 1930 een gedenksteen op het eiland geplaatst met hun namen erop. De steen wordt tijdens de expeditie opgeknapt.

Het eiland is vernoemd naar een Amsterdamse walvisvaarder, die het in 1614 ontdekte. Het ligt ver van de Noorse kust, tussen Groenland en het noorden van Noorwegen. Het werd in 1922 door Noorwegen geannexeerd, omdat het van belang is bij het voorspellen van het weer in Noorwegen. Het eiland heeft geen vaste inwoners