Burgemeesters bespreken jihadaanpak

Burgemeesters uit Nederland en Vlaanderen hebben dinsdag in Delft hun ervaringen uitgewisseld over de aanpak van Syriëgangers. Ze bespraken hoe kan worden voorkomen dat islamitische jongeren naar Syrië vertrekken en wat de beste aanpak is van teruggekeerde jihadstrijders.

Voor het gesprek waren de burgemeesters uitgenodigd van gemeenten die veel te maken hebben met Syriëgangers. "Als je ergens snel kunt zien wat er aan de hand is, dan is het op lokaal niveau. Het zou zonde zijn als alle gemeenten zelf het wiel moeten uitvinden", zei Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Dick Schoof.

"Er is veel gelijkenis tussen onze steden", zei de Delftse burgemeester Bas Verkerk. "Het probleem van jihadreizigers is zeer dynamisch en af en toe zeer moeilijk te begrijpen. We zijn allemaal bezig de signalen zo vroeg mogelijk te herkennen, en daar slagen we steeds beter in."

De Antwerpse burgemeester Bart De Wever zei met exact dezelfde problemen te maken te hebben als zijn Nederlandse collega's. "De verhalen die ik hier heb gehoord, zijn de verhalen uit mijn eigen stad. Het is heel nuttig om te horen welke aanpak elders is gelukt of juist is mislukt."

Alle aanwezigen bepleitten naast samenwerking tussen gemeenten ook samenwerking op internationaal niveau. "Je kunt heel goed beleid hebben in eigen land, maar dat betekent niet dat er bij jou niets zal gebeuren. Dat heeft de aanslag in Brussel wel aangetoond", zei De Wever. De aanslag bij het Joods Museum in Brussel werd gepleegd door een teruggekeerde Syriëganger uit Frankrijk.

Aanwezig bij het overleg waren de burgemeesters van Antwerpen, Kortrijk, Vilvoorde en Mechelen in België en van Den Haag, Delft, Zoetermeer, Gouda, Arnhem en nog een onbekende gemeente in Nederland.