Experts kritisch over uitbreiding Lelystad Airport
Wetenschappers zijn zeer kritisch over de kabinetsplannen om Lelystad Airport uit te breiden. Zo stoelt de visie op de milieueffecten op kennis van twintig jaar geleden en is het risico op botsingen met vogels slecht in kaart gebracht, was woensdag te horen tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer.
"Het lijkt nergens op", zei emeritus hoogleraar milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam Lucas Reijnders over de milieurapportages. Hij wees op recente wetenschappelijke studies waaruit blijkt dat aannames over opstijgen, landen en taxiën in het verleden schromelijk zijn onderschat. Er komen simpelweg meer verontreinigende stoffen in het milieu dan gedacht, benadrukt de expert. "Wat wordt berekend is volstrekt toevallig, ik denk dat dat echt niet kan."
Onderzoekers stelden eerder dat vogelpopulaties in gebieden rond Lelystad Airport geen groot gevaar voor het luchtverkeer zouden betekenen. "Maar het rapport overtuigt mij niet", zei onderzoeker ruimtelijke ordening aan Wageningen University Roel During. Zo wordt het vlieggedrag van de dieren onderschat en is er in zijn ogen te weinig informatie om harde conclusies te kunnen trekken. "Zoek dat goed uit, want je wilt niet dat een vliegtuig neerstort op een woonwijk daar", aldus During.
Uitbreiding zou echter economisch een goede impuls betekenen voor het gebied, stellen voorstanders. De angst dat alle investeringen in Lelystad weggegooid geld blijken, zijn volgens luchtvaartonderzoeker bij onderzoeksbureau SEO Guillaume Burghouwt ongegrond. "Lelystad komt echt wel vol. Er is voldoende marktpotentieel. De luchthaven is dichtbij de Randstad en mensen vliegen graag goedkoop."
Het kabinet wil dat Lelystad Airport over vier jaar de tweede luchthaven van Nederland wordt. Schiphol bereikt naar verwachting tussen 2018 en 2023 het maximum van 510 duizend vluchten per jaar. Lelystad Airport moet vanaf 2018 vluchten van Schiphol overnemen tot een totaal van 45 duizend vluchten in 2043.
De Kamer debatteert donderdag met staatssecretaris van Infrastructuur Wilma Mansveld (PvdA) over de plannen.
