Onvoldoendes voor opleidingen geesteswetenschappen

Van de 212 universitaire bachelor- en masteropleidingen in de geesteswetenschappen zijn er 26 onder de maat. Dat heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) dinsdag bekendgemaakt. De opleidingen krijgen nu twee jaar de tijd om alsnog op het gewenste niveau te komen.

De meeste onvoldoendes zijn met zes stuks gevallen bij de Universiteit Maastricht. De Universiteit Utrecht, de Universiteit van Amsterdam en de Rijksuniversiteit Groningen scoorden allen vier onvoldoendes, de Vrije Universiteit Amsterdam drie en de Universiteit Leiden twee. Vooral de opleidingen Geschiedenis, Kunst en Cultuur en Communicatie- en Informatiewetenschappen bleken onder de maat. Een onvoldoende voor de accreditatie betekent echter niet dat de afgestudeerden onterecht een diploma hebben ontvangen.

Volgens NVAO-voorzitter Anne Flierman zit het probleem vooral in het eindniveau. Daarnaast kwamen onvoldoendes voor bij het academisch gehalte, de samenhang tussen programma-onderdelen of het functioneren van de examencommissie. "Dit beeld is niet goed", aldus Flierman in een verklaring. "Gelukkig zag de NVAO bij alle opleidingen voldoende mogelijkheden om de problemen op te lossen."

De opleidingen zijn beoordeeld door zeven visitatiecommissies, die alle bestaan uit deskundige en onafhankelijke leden, die zijn voorgedragen door de instellingen zelf en vervolgens goedgekeurd door de NVAO. De NVAO heeft bij geen van de opleidingen reden gezien af te wijken van het oordeel van de visitatiecommissies.

De opleidingen in het domein geesteswetenschappen trekken jaarlijks ruim zesduizend nieuwe studenten. Het totaal aantal studenten bedraagt zo'n dertigduizend. Ruim driekwart van die opleidingen heeft een voldoende gescoord en tien procent werd als 'goed' gewaardeerd.

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) ziet de onvoldoendes als 'een duidelijk signaal dat er meer aandacht moet komen voor onderwijs bij universiteiten', zo laat het in een reactie weten. "De afgelopen paar jaar is er te veel aandacht geweest voor onderzoek waardoor er te weinig aandacht is besteed aan kwalitatief goed onderwijs", aldus ISO-voorzitter Ruud Nauts in een verklaring.

De onvoldoendes treffen volgens Nauts vooral net afgestudeerden. Hij vindt verder dat de opleidingen hun verantwoordelijkheid moeten nemen richting de studenten door voor goede begeleiding te zorgen.