VS speuren naar informatie over ISIS

De CIA en andere inlichtingendiensten speuren naar informatie over de soennitische extremistische rebellenbeweging Islamitische Staat in Irak en de Levant (ISIS). De diensten trachten erachter te komen hoe de organisatie is opgebouwd, wie sleutelposities bekleden en waar zij zich ophouden. Washington hoopt mogelijk met behulp van deze informatie ISIS met bombardementen, droneaanvallen of speciale operaties schade toe te brengen, nu een grootschalig militair grondoffensief uitgesloten lijkt te zijn.

De zoekactie is onderdeel van een grotere informatieoorlog tussen de VS en de extremistische beweging. Hoewel ISIS een sterke aanwezigheid heeft op jihadistische websites en sociale media, doet de organisatie haar best om haar leden, verblijfplaatsen en activiteiten in nevelen te hullen. De leider van de rebellengroep, Abu Bakr al-Baghdadi, is een oude bekende van de VS. Hij bracht vier jaar door in een Amerikaanse militaire gevangenis in Zuid-Irak. Verdere informatie over de beweging en zijn leiders is schaars.

Toch hebben de VS de afgelopen jaren ISIS nauwlettend in de gaten gehouden en wordt nu een inhaalslag gemaakt om de ontbrekende puzzelstukjes over het terreurnetwerk op tafel te krijgen. Inlichtingendiensten bestuderen documenten en gegevens die zijn aangeleverd door collega's uit Jordanië, Saudi-Arabië, Turkije en andere landen. Ook gaan de VS door data heen van hun eigen bronnen ter plaatse en informatie afkomstig van satellieten, drones en afgetapte communicatie. Er worden dossiers opgesteld van rebellenleiders en alle informatie over troepenbewegingen, communicatie en samenwerking met andere groeperingen wordt onder de loep genomen.

Ruim een jaar geleden zette het Contraterrorismecentrum van de CIA meer mensen op een project waarbij aan Al-Qaida gelieerde strijders in Syrië en Irak worden opgespoord en in de gaten gehouden. Volgens ingewijden wordt hier de laatste tijd nog meer werk in gestoken, hoewel zij geen details wilden geven. Wel merkten zij op dat de rebellen kosten noch moeite sparen om hun communicatie verborgen te houden en te voorkomen afgeluisterd te worden. De CIA zegt inmiddels 'best veel' te weten over ISIS en zijn sleutelfiguren, hoewel ook zij verrast werden door de snelle opmars van rebellen in Noord-Irak.

Het gebrek aan informatie over ISIS is een obstakel voor de VS om bombardementen of andere aanvallen in Irak uit te voeren. Pas zodra er een helder beeld is van wie de leiders zijn en waar zij zich ophouden kunnen eventueel speciale operaties worden ondernomen. Momenteel worstelt president Barack Obama nog met de vraag of luchtaanvallen moeten worden ingezet of niet. Hij zinspeelde eerder op de mogelijkheid om drones in te zetten tegen ISIS, maar lijkt zich momenteel op andere tactieken te willen richten. Woensdag bespreekt het staatshoofd de verslechterende veiligheidssituatie in Irak met leiders van het Congres.

Obama maant ook de Iraakse premier Nouri al-Maliki tot actie in het land. Volgens de VS is de onrust deels te wijten aan het feit dat Al-Maliki louter sjiieten op politieke topposities heeft benoemd en de soennitische minderheid volledig uitsluit van politieke deelname. Hierdoor voelen soennieten zich gediscrimineerd en behandeld als tweederangsburgers, dat bij sommigen zelfs tot sympathie voor de ISIS-rebellen heeft geleid. Obama en andere staatshoofden roepen Al-Maliki op zich serieus in te spannen om eenheid in het land te bereiken.