Dijsselbloem houdt vast aan bonusplafond bankiers

Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) houdt grotendeels vast aan zijn plannen om de bonussen in de financiële sector te beperken tot maximaal twintig procent van het vaste salaris. Dat heeft hij vrijdag gezegd na de ministerraad.

Wel komt er voor een beperkte groep bankmedewerkers een uitzondering, om te voorkomen dat zij vertrekken naar het buitenland, zo staat in een brief die Dijsselbloem vrijdag naar de Tweede Kamer stuurt. Volgens Dijsselbloem gaat de uitzondering gelden voor een paar procent van het bankpersoneel.

De nieuwe regels houden verder in dat er voor bestuurders een verbod komt op gouden handdrukken van meer dan een jaarsalaris. Gegarandeerde bonussen worden verboden, en de mogelijkheden worden verruimd om bonussen terug te halen als achteraf blijkt dat die niet terecht waren.

Dijsselbloem noemde de regels het sluitstuk van de wetgeving rondom de financiële sector die na de kredietcrisis tot stand is gekomen, na eerder het verhogen van de kapitaalseisen en de invoering van het zogeheten bail-inprincipe, dat moet voorkomen dat de rekening van omvallende banken meteen bij de staat terechtkomt.

Deze week lekte uit dat de Raad van State kritiek heeft op de plannen van Dijsselbloem, omdat die veel te ver zouden gaan. Dijsselbloem wijst erop dat de Raad van State ook van mening is dat excessieve beloningen moeten worden ontmoedigd om te voorkomen dat bankiers worden gestimuleerd om onverantwoorde risico's te nemen.

Wel zijn de plannen naar aanleiding van de kritiek op enkele punten aangepast. De regels rondom de vertrekpremie gaan alleen gelden voor bestuurders. Ook komt er een overgangsregeling rondom het beperken van de vertrekvergoeding. Ook worden banken niet verplicht bonussen aan te passen bij slechte bedrijfsresultaten.