Dodental overstroming Afghanistan verder opgelopen

Het dodental na een overstroming in een afgelegen regio in het noorden van Afghanistan is verder opgelopen. Twee dagen na de natuurramp zijn meer dan tachtig lichamen gevonden. Politiechef Fazel Rahman in het district Guzirga i-Nur in de provincie Baghlan meldt dat het dodental is opgelopen van 54 vrijdag naar 81 nu.

Politie en inwoners zoeken in het ruige gebied naar vermisten. Helikopters van het leger voeren goederen aan voor de duizenden mensen die dakloos zijn geraakt door de overstroming. Ze hebben beschutting, eten, water en medicijnen nodig.

Volgens Rahman zijn 850 huizen in verschillende dorpen volledig verwoest. Meer dan duizend zijn beschadigd. De politiechef meldde dat er inmiddels ongeveer honderd tenten, dekens en wat voedsel is gearriveerd. Maar er is meer nodig.

Het gebied ligt 'slechts' 140 kilometer ten noorden van de provinciehoofdstad Puli Khumri. Maar door het ruige terrein duurt het zo'n acht tot negen uur voordat het afgelegen en bergachtige gebied kan worden bereikt.

De Afghanen die in het gebied wonen, zijn de oorlogen in het land grotendeels bespaard gebleven. Met natuurrampen hebben ze echter wel ervaring. Vorige maand vaagde een aardverschuiving een compleet dorp van de kaart. Het exacte aantal doden is nog altijd niet bekend. De schattingen lopen uiteen van 250 tot 2700. De autoriteiten hebben laten weten dat het onmogelijk is om alle lichamen onder de dikke laag modder vandaan te halen.

Ook in 2012 had de provincie Baghlan al eens te maken met een aardverschuiving. Daarbij vielen 71 doden. Na dagen graven, waren nog maar vijf lichamen geborgen. De autoriteiten lieten het daarbij en markeerde het gebied als gedenkplaats.