Verbouwing Rijksmuseum kostte 5,5 miljoen minder

De kosten van de verbouwing van het Rijksmuseum in Amsterdam zijn lager uitgevallen dan begroot. In totaal werd bijna 370 miljoen euro uitgegeven, zo'n 5,5 miljoen euro minder dan de laatste verwachtingen uit 2010. Dat schrijft minister van Cultuur Jet Bussemaker (PvdA) maandag in een brief aan de Tweede Kamer.

De miljoenen die zijn overgebleven gaan terug naar de staatskas. In de begroting was onder meer een reservepotje opgenomen voor eventuele leegstandskosten van het depot in Lelystad. De verbouwing van het hoofdgebouw kostte overigens 2,24 miljoen euro meer dan gebudgetteerd.

In 2003 werd er overigens nog van uitgegaan dat de verbouwing ruim 272 miljoen zou kosten. Vanwege vertragingen en hobbels rond de aanbesteding zou dat aanzienlijk meer worden.

Het Rijksmuseum werd vorig jaar april heropend na een verbouwing van een kleine tien jaar. Er kwamen volgens Bussemaker sindsdien al ruim 2,8 miljoen mensen op af. Amsterdam kreeg daardoor meer toeristen over de vloer.

"Dat heeft positieve financiële effecten gehad voor de stad en ook zijn de inkomsten van het Rijksmuseum toegenomen", schrijft de minister. "Maar het belangrijkste vind ik dat deze schatkamer ons nationale erfgoed weer in zijn volle glorie kan tonen aan de hele wereld."