Sinn Fein eist vrijlating Adams
De hoogste vertegenwoordiger van Sinn Fein in de Noord-Ierse regering, Martin McGuinness, heeft vrijdag de onmiddellijke vrijlating geëist van zijn partijgenoot Gerry Adams, die woensdag werd gearresteerd en sindsdien wordt verhoord over zijn mogelijke betrokkenheid bij de ontvoering van en moord op een vrouw in Belfast in 1972. Partijleider Adams mag tot vrijdagavond worden vastgehouden, maar McGuinness zei te verwachten dat de rechter het voorarrest zal verlengen.
McGuinness, die vicepremier is, beschuldigde een groep 'intriganten' binnen de politie ervan erop uit te zijn het Noord-Ierse vredesproces te dwarsbomen en Sinn Fein te beschadigen. Op grond van de terreurwetgeving zou de rechter het voorarrest van Adams met 28 dagen kunnen verlengen, maar gebruikelijk in Noord-Ierland is om de detentie van terreurverdachten met één tot vijf dagen te verlengen. De politie heeft niet gezegd of ze een verzoek tot verlenging van het voorarrest van Adams heeft ingediend en McGuinness zei niet hoe hij erbij komt dat dit wel het geval is.
De politie hoort de 65-jarige Adams over de dood van Jean McConville, een weduwe en moeder van tien kinderen die in 1972 door het Ierse Republikeinse Leger werd vermoord en in het geheim werd begraven omdat zij een spionne zou zijn geweest voor het Britse leger. Het IRA gaf pas in 1999 toe voor haar dood verantwoordelijk te zijn. Adams heeft altijd ontkend ooit lid te zijn geweest van het IRA.
Helen McKendry, de dochter van McConville, zegt dat ze bidt dat Adams wordt aangeklaagd voor moord. McKendry probeert al twintig jaar de waarheid rond haar moeders dood te achterhalen. Zij zegt bereid te zijn IRA-leden aan te wijzen die volgens haar verantwoordelijk zijn voor de moord. Volgens McKendry durven haar broers en zussen dit niet te doen uit angst dat het IRA hun of hun kinderen wat aandoet.
Sinn Fein beschuldigt de autoriteiten ervan Adams met opzet woensdag te hebben gearresteerd om zijn verkiezingscampagne te dwarsbomen. Tegenstanders zeggen dat het recht met de arrestatie van Adams na ruim veertig jaar eindelijk zijn beloop krijgt.
Adams is met de dood van McConville in verband gebracht door twee IRA-veteranen die werden geïnterviewd voor een onderzoeksproject van Boston College in de Verenigde Staten. De Noord-Ierse politie ondernam juridische stappen om de opgenomen interviews in handen te kregen. Delen van de interviews waren al openbaar gemaakt nadat een van de ondervraagde IRA-leden was overleden.
