Grote zorgen in Twente over ondergrondse olieopslag

Burgemeesters en wethouders van de steden Enschede en Hengelo willen dat de plannen voor olieopslag in ondergrondse zoutkoepels voorlopig worden stilgelegd. Ze vrezen een olieramp zoals momenteel vlak over de grens in het Duitse Epe plaatsvindt, schrijven zij in een brief aan minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD). Dat meldt tv-programma Eenvandaag donderdag.

De gemeentebesturen willen eerst duidelijkheid over de oorzaak van de lekkage in Duitsland, waar vele duizenden liters olie naar het oppervlak zijn geborreld. Hierdoor is sprake van forse milieuverontreiniging en bestaat er gevaar voor de volksgezondheid.

"Wij hechten er belang aan dat de veiligheid van onze inwoners en het milieu op geen enkel moment in het geding komt", is te lezen in de brief. Kamp stelde eerder dat er geen risico's zijn en dat er genoeg voorzorgsmaatregelen worden genomen.

Zoutkoepels zijn grote, ondergrondse structuren in de vorm van een paddenstoel. Vanwege de eigenschappen van zout worden de koepels gezien als relatief veilige opslagplekken. In het verleden is er in Duitsland zelfs kernafval in opgeslagen, maar hierbij bleken de risico's te groot.

Het opslagproject in Enschede wordt uitgevoerd door Akzonobel. Het bedrijf onderzoekt in overleg met het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) of de situatie in het Duitse Epe te vergelijken is met de Nederlandse situatie. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt is eveneens bezorgd en heeft minister Kamp om opheldering gevraagd.

De grootschalige opslag van brandstof in ondergrondse zoutholtes is bedoeld om in tijden van schaarste een strategische buffer te hebben.