Vredespaleis en Westerbork officieel EU-erfgoed
Het Vredespaleis in Den Haag en herinneringscentrum Kamp Westerbork in het Drentse Hooghalen zijn dinsdag als eerste Europese plaatsen van herinnering aangemerkt als 'Europees erfgoed'. Het nieuwe Europees Erfgoedlabel is bedoeld voor gebouwen en plaatsen die een sleutelrol hebben gespeeld in de Europese geschiedenis.
Begin dit jaar werd de aanvraag van het erfgoedlabel goedgekeurd door de Europese Commissie. Uit negen aanvragen werden er vier geselecteerd. Minister van Cultuur Jet Bussemaker (PvdA) zei destijds al dat de jury 'daarmee erkent dat de twee Nederlandse inzendingen belangrijk zijn voor de recente geschiedenis van Europa'. Naast de twee Nederlandse gedenkplaatsen krijgen ook de ruïnes van de Romeinse stad Carnuntum in Oostenrijk en de Grote Gildezaal in Estland het Europees Erfgoedlabel.
In het Vredespaleis in Den Haag zijn onder meer het Internationaal Gerechtshof en het Permanente Hof van Arbitrage gevestigd. Het paleis, dat in 2013 honderd jaar bestond, staat symbool voor vrede en recht. Kamp Westerbork diende in de Tweede Wereldoorlog als doorgangskamp naar concentratie- en vernietigingskampen als Auschwitz.
De Raad voor Cultuur schreef eerder in zijn advies aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat Kamp Westerbork en het Vredespaleis op een bepaalde manier naar elkaar verwijzen. Het Vredespaleis 'is in het leven geroepen om het soort oorlog te voorkomen waar Kamp Westerbork zo pijnlijk van getuigt'. Beide 'plaatsen van herinnering' ontsluiten volgens de raad cruciale 'scharnierpunten' in de Europese geschiedenis en symboliseren de noodzaak van Europese integratie. Ook maken ze veel werk van onderwijs en voorlichting en hebben ze 'statuur'.
Het Europees Erfgoedlabel werd dinsdagavond tijdens een ceremonie in de Bibliothèque Solvay in Brussel verleend. Alleen Nederland, Oostenrijk, Denemarken, Estland en Luxemburg mochten voor de eerste lichting kandidaten indienen.
Minister Bussemaker biedt woensdag aan het Vredespaleis de plaquette aan die hoort bij het Erfgoedlabel. Samen met een groep kinderen hangt de minister deze vervolgens op.
