Hongaarse premier behoudt absolute meerderheid

De Hongaarse regeringspartij Fidesz is bij de parlementsverkiezingen van zondag als grote winnaar uit de bus gekomen. De partij van premier Viktor Orban behoudt nipt de absolute meerderheid in het parlement.

"Iedere twijfel en onzekerheid is verdwenen. We hebben gewonnen", zei Orban tegenover een groep juichende aanhangers die zich bij de Donau hadden verzameld. "Hongarije is opnieuw een plaats waar je een waardig bestaan kunt opbouwen."

Na het tellen van 98 procent van de stemmen haalde Fidesz 133 van de 198 zetels in het parlement binnen. De partij kon samen met de kleine coalitiepartij de Christendemocraten rekenen op 44,5 procent van de stemmen. Een coalitie van linkse partijen kwam uit op 26 procent. Het extreemrechtse Jobbik werd derde met bijna 21 procent.

Joodse leiders reageerden geschokt op de stijging van Jobbik. "De groei van Jobbik, een schaamteloze neonazistische politieke partij, moet mensen in heel Europa wakker schudden", zei president van het Europees Joods Congres Moshe Kantor. "Dit is een duistere dag voor Hongarije." Jobbik-leider Gabor Vona geeft regelmatig af op joden en Roma.

De comfortabele tweederde meerderheid stelde de regering de afgelopen jaren in staat de grondwet te wijzigen. Ook was er sprake van een centralisatie van de macht en een groeiende invloed van de staat ten koste van de private sector.

Orban wordt door sommige analisten gezien als een alleenheerser die geen tegenspraak duldt. Zo heeft hij op bijna alle machtige instituties vertrouwelingen aan het hoofd benoemd en heeft het parlement uitspraken van het grondwettelijk hof meerdere malen terzijde geschoven.