Leterme voor groeiagenda

De Nederlandse economie komt er langzaam maar zeker weer bovenop, hoewel het bruto binnenlands product nog steeds lager is dan vóór de financiële crisis in 2008 begon. Dat zei adjunct-secretaris-generaal van De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) Yves Leterme maandag tijdens een lezing van de Sociaal-Economische Raad (SER) in Den Haag.

Leterme stelde dat Nederland nog voor 'grote uitdagingen' staat. Hij noemde vooral de verbetering van de arbeidsproductiviteit en de flexibilisering van de arbeidsmarkt. "Heeft vertrouwen in een herstructurering van uw arbeidsmarkt", aldus Leterme. De Belg beval bovendien aan dat Nederland een groeiagenda moet uitwerken om gezamenlijk de economie weer volledig op gang te krijgen.

Al voor de SER-lezing op maandagavond had Yves Leterme in een interview met het AD verklaard dat het voor de Nederlandse arbeidsproductiviteit en de economische groei beter zou zijn als Nederlandse vrouwen minder vaak in deeltijd maar in voltijd gaan werken. Dat lichtte Leterme tijdens de lezing nader toe: "Ik heb absoluut niets tegen deeltijdwerk." Leterme vroeg zich gewoon af waar de redenen liggen dat Nederlandse vrouwen massaal in deeltijd werken, zo zei hij. "Kiezen ze daar bewust voor of zijn er andere oorzaken?"

Als grootste troef van Nederland noemde Leterme de goed opgeleide Nederlandse bevolking. Niet alleen de PISA-scores onder leerlingen zijn hoog, ook de IT-kennis onder de volwassenen is groter dan in anderen OESO-landen. "De mensen in dit land zijn heel goed toegerust", concludeerde Leterme.

Ook op de zogenoemde 'better life index' heeft Nederland een redelijk goede score: bijna acht van tien punten. De index wordt berekend uit inkomen, werkgelegenheid, loonhoogte, maar ook de situatie op de woningsmarkt, de balans tussen werk en privé, opleiding, de sterkte van sociale netwerken en de kwaliteit van het leefmilieu wordt meegeteld.