Dijsselbloem hekelt gedoe om 'S-woord'

Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) heeft geen principiële bezwaren tegen het overdragen van macht aan de Europese Commissie. Er moet geen taboe liggen op soevereiniteitsoverdracht, zei Dijsselbloem donderdag in een overleg met de Tweede Kamer.

"De Nederlandse politiek is dol op het creëren van taboes. Het nieuwe taboe is soevereiniteit overdragen", zei Dijsselbloem. Hij sprak van het 'S-woord', zoals er voorheen sprake was van het H-woord: jarenlang was het voor veel politici taboe om de aftrek van de hypotheekrente ter discussie te stellen.

Dijsselbloem reageerde op kritiek uit de Tweede Kamer op een speech die hij onlangs in Brussel hield. Daarin pleitte hij voor meer coördinatie in het economisch beleid van EU-landen. Dat moet zorgen voor meer hervormingen en hogere economische groei. Een deel van de Kamer ziet daarin een pleidooi voor nieuwe overdracht van soevereiniteit aan Brussel.

Dijsselbloem zei dat hij in zijn speech pleitte voor meer samenwerking op economisch terrein, maar niet voor meer macht voor Brussel. Hij voegde er meteen aan toe dat dat voor hem geen taboe is. "We zijn nu bezig met de bankenunie. Dat is een massieve overdracht van soevereiniteit. Soms kan er wel degelijk reden zijn om te besluiten dingen met elkaar aan te pakken."

De oppositie vindt dat Dijsselbloem in zijn speech wel degelijk heeft gesuggereerd dat de Europese Commissie meer te zeggen moet krijgen over economisch beleid. "Ik ben benieuwd of de premier het daarmee eens is", zei CDA-Kamerlid Eddy van Hijum.

Premier Mark Rutte (VVD) heeft zich vaak verzet tegen het verder overdragen van macht aan Brussel. Zo keerde hij zich onlangs nog tegen het idee van bindende contracten tussen EU-landen en de Europese Commissie over hervormingen. De discussie over deze contracten gaat dit najaar verder, na de verkiezingen voor het Europees Parlement in mei, zei Dijsselbloem donderdag.