FOK!toen: De Slag in de Javazee

Op 27 februari 1942 verloren meer dan 2300 marinemensen hun leven bij de slag in de Javazee. Een geallieerd eskader, bestaande uit schepen uit Amerika, Groot-Brittannië, Nederland en Australië, moesten zien te voorkomen dat een Japanse vloot de aanval in zou zetten op Java. In FOK!toen vandaag een terugblik op die donkere dag in de Tweede Wereldoorlog.

Hr. Ms. De Ruyter (Foto: Valka)
Hr. Ms. De Ruyter (Foto: Valka)

De aanloop
Na de Tweede Chinees-Japanse oorlog hadden de Amerikaanse, Britse, Nederlandse en Australische regeringen in september 1940 besloten dat er een embargo uitgeroepen zou worden tegen Japan. Dit hield in dat er geen olie, ijzererts, staal en andere materialen meer geleverd mochten worden aan Japan. Daar Japan zelf geen natuurlijke bronnen bezat kwam het land al snel in problemen. De Japanse regering sprak van 'een daad van agressie tegen het Japanse Keizerrijk' en ging naarstig op zoek naar een nieuwe bron om haar oliereserves weer aan te kunnen vullen.

Al snel werd er een plan gemaakt om met een oorlog Siam (Thailand), Maleisië, Singapore, de Filippijnen en Nederlands-Indië over te nemen. Vooral Maleisië (Brits grondgebied) en Nederlands-Indië waren rijk aan natuurlijke grondstoffen en vormden zo het hoofddoel van de Japanners. De Japanners voorzagen dat ook de Amerikanen een bondgenootschap zouden aangaan met de Britten en moesten zodoende twee oorlogsplannen ontwikkelen. Plan 1 (het Oostelijke Plan) richtte zich op de aanval op Pearl Harbour en de daaropvolgende invasie van de Filipijnen. Plan 2 (het Zuidelijke Plan) was het hoofddoel en richtte zich op de inname van Maleisië, Borneo, Java, Sumatra en andere gebieden.

Schout bij nacht Karel Doorman (Foto: Wikipedia)
Schout-bij-nacht Karel Doorman (Foto: Wikipedia)

Op 15 januari 1942 was ABDACOM (American-British-Dutch-Australian Command) in het leven geroepen. De bedoeling was om een opperbevelhebber voor alle strijdkrachten in Zuidoost-Azië in te stellen. Al snel waren er problemen omdat de landen allemaal hun eigen prioriteiten hadden en ook niet geoefend waren in het samenwerken met elkaar. Op 2 februari werd een Allied Striking Force in het leven geroepen, een eskader geallieerde oorlogsschepen die de taak kregen de Japanse invasievloten te stoppen. Dit aanvalseskader werd onder commando gesteld van de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman en Hr. Ms. De Ruyter werd vlaggeschip van de internationale vloot.

De Zware Japanse kruiser Nachi (Foto: Navypedia)
De Zware Japanse kruiser Nachi (Foto: Navypedia)

De Japanse invasie
In januari 1942 waren de Filippijnen, Siam en Hongkong al in Japanse handen gevallen. Op 18 februari begon de Japanse overmacht aan de invasie van Bali. Schout-bij-nacht Karel Doorman sloeg groot alarm en gaf alle schepen de opdracht om naar de straat van Bandoeng te varen. Op het eiland lagen een aantal vliegvelden waarmee Japanse luchtmacht de geallieerde marinebasis bij Soerabaja kon bereiken. Op 16 februari was heel Sumatra al door de Japanners bezet en op 19 februari volgde Bali. Vanaf dat moment was alleen nog Java in handen van de geallieerden. Vier dagen later zou de Japanse invasievloot Oost-Borneo verlaten om koers te zetten naar Java.

De torpedobootjager Amatsukaze (Foto: Wikipedia)
De torpedobootjager Amatsukaze (Foto: Wikipedia)

Het Japanse eskader, bestaande uit de zware kruisers Nachi en Haguro, de lichte kruisers Naka en Jintsu en de torpedobootjagers Yudachi, Samidare, Murasame, Harusame, Minegumo, Asagumo, Yukikaze, Tokitsukaze, Amatsukaze, Hatsukaze, Yamakaze, Kawakaze, Sazanami en Ushio, besloot om op 27 februari het eiland Java van twee kanten aan te vallen. Doormans eskader, bestaande uit de zware kruisers HMS Exeter en USS Houston, de lichte kruisers Hr. Ms. de Ruyter, Hr. Ms. Java en HMAS Perth en de torpedobootjagers HMS Electra, HMS Encounter, HMS Jupiter, Hr. Ms. Kortenaer, Hr. Ms. Witte de With, USS Alden, USS John D. Edwards, USS John D. Ford en USS Paul Jones, was op zoek naar de Japanse vloot maar kon deze door gebrek aan luchtverkenning niet vinden.

De slag in de Javazee
Rond 17.30 uur kregen de schepen elkaar in zicht. De Japanse transportschepen kregen opdracht om zich terug te trekken zodat de oorlogsschepen zich klaar konden maken voor de zeeslag. Bij de eerste aanval op de Japanners werden de Nederlandse torpedobootjager Hr. Ms. Kortenaer en de Britse torpedojager HMS Electra tot zinken gebracht. Ook raakte de Britse kruiser Exeter zwaar beschadigd bij deze aanval en moest onder escorte van de Nederlandse torpedobootjager Witte de With naar Soerabaja terugkeren. Aan Japanse zijde was alleen de torpedobootjager Asagumo door een granaat geraakt.

De Amerikaanse kruiser USS Houston (Foto: Wikipedia)
De Amerikaanse kruiser USS Houston (Foto: Wikipedia)

Nadat ook de HMS Encounter het eskader had verlaten om opvarenden van de Hr. Ms. Kortenaer uit zee op te pikken bestond de vloot van Doorman nog maar uit een viertal kruisers. Doorman liet de schepen terugtrekken en besloot te wachten tot de nacht was ingevallen. De schout-bij-nacht was van plan om in het donker om de Japanse escorte heen te varen om dan rechtstreeks de transportschepen aan te vallen. Om 01:06 uur werd in de donkere nacht plotseling de kruiser Hr. Ms. Java midscheeps getroffen door een torpedo. Vier minuten later werd er nog een explosie in de geallieerde linie waargenomen. De Hr. Ms. De Ruyter was eveneens getroffen door een torpedo en brandde als een fakkel.

Een deel van de bemanning kon worden gered maar schout-bij-nacht Karel Doorman besloot, geheel naar traditie, om met zijn schip ten onder te gaan. Ook zijn chef-staf De Gelder en Lacomblé, de commandant van de De Ruyter, verkozen om tot het einde op het schip te blijven. Anderhalf uur nadat de Japanse torpedo zijn schadelijke werk had gedaan verdween het vlaggenschip in de golven.

Uit de Leeuwarder Courant van 27 februari 1947
Uit de Leeuwarder Courant van 27 februari 1947

De nasleep van de slag
Alleen de Amerikaanse zware kruiser USS Houston en de lichte Australische kruiser HMAS Perth hadden weten te ontkomen aan het Japanse oorlogsgeweld. Op 1 maart werd vlak na middernacht door de Japanse torpedobootjager Fubuki twee niet geïdentificeerde schepen zo'n 10 kilometer ten oosten van Babi Eiland. De Houston en de Perth hadden urenlang op de Javazee gevochten en hadden daarna zo'n 500 zeemijl afgelegd, waardoor ze zowel bijna zonder brandstof als munitie zaten. Groot was dan ook de schrik toen ze een konvooi van 56 Japanse schepen in de Bantam Baai opmerkten die klaarlagen om de invasie op Java te beginnen.

De zinkende HMS Exeter (Foto: Wikipedia)
De zinkende HMS Exeter (Foto: Wikipedia)

De twee geallieerde schepen deden nog een moedige aanval, maar hadden geen schijn van kans tegen de Japanse overmacht. Binnen een uur waren de beide geallieerde kruisers tot zinken gebracht. Terwijl de oostelijke transportschepen hun landingen in de buurt van Soerabaja uitvoerden, hadden de kruisers Nachi en Haguro het nog even druk. Rond het middaguur werden de gehavende Britse kruiser HMS Exeter en een aantal torpedojagers door de Japanse marine ontdekt. Nadat eerst dit schip door een viertal Japanse kruisers naar de bodem was gejaagd werden ook de Amerikaanse torpedojagers HMS Encounter en USS Pope tot zinken gebracht. Slechts vier oude Amerikaanse schepen wisten aan de Japanners te ontkomen.

Uit de Leeuwarder Courant van 4 maart 1942
Uit de Leeuwarder Courant van 4 maart 1942

Voor de Japanners lag de weg nu open. Op 12 maart capituleerde het KNIL op Java, waardoor alle grote eilanden in Japanse handen waren gevallen. Hiermee kwam eveneens een einde aan de strijd in Nederlands-Indië. De Japanners hadden zich oppermachtig getoond en dat zou zo blijven tot de slag om Guadalcanal op 30 november 1942. Maar daarover hebben we het een andere keer in FOK!toen.