Extra geld om jonge leraar voor de klas te houden

Het kabinet trekt de komende vier jaar ruim tachtig miljoen euro uit om leraren langer voor het onderwijs te behouden. Een kwart van de jonge docenten stopt namelijk binnen de eerste vijf jaar met lesgeven, meldt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap woensdag. Het geld gaat naar zestig initiatieven om de aansluiting van opleidingen met de praktijk te verbeteren.

Jonge leraren worden onvoldoende begeleid en hebben daarom het gevoel dat ze in het diepe worden gegooid, schrijft minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA). "Dat is echt onnodige verspilling van talent dat wij hard nodig hebben voor de klas." Daarom gaat er geld naar projecten die de theorie beter op de praktijk laten aansluiten.

In een van de projecten onderzoeken lerarenopleidingen en scholen samen nieuwe onderwijsconcepten om lessen anders te organiseren. Bij een ander initiatief worden oefenleerlingen ingezet, die commentaar geven op de lessen van een beginnende leraar. Zo kunnen leraren zich beter voorbereiden op echte lessen.

Ook krijgt een basisschool extra geld voor een 'buddyproject'. Beginnende basisschooldocenten bezoeken elkaars lessen en geven elkaar feedback. Ook gaan ze regelmatig terug naar de lerarenopleiding om daar tips en ervaringen uit te wisselen. Dat gebeurt nu al op lerarenopleidingen.

Het extra budget moet, net als andere maatregelen, ervoor zorgen dat het beroep van leraar aantrekkelijker wordt, aldus het ministerie.