Amnesty bang voor Russische wraak

Amnesty International mijdt tijdens de Olympische Winterspelen in Sochi de schijnwerpers uit angst dat Russische mensenrechtenactivisten het anders moeten bekopen. Wel zal de zondag in Sochi gearriveerde Amnesty-delegatie met activisten en mensenrechtenadvocaten ter plaatse overleggen om van hen te horen hoe de situatie is in Rusland.

Een Amnesty-afvaardiging is naar de badplaats aan de Zwarte Zee afgereisd om aandacht vragen voor de mensenrechtensituatie in Rusland. De mensenrechtenorganisatie heeft volgens een van de delegatieleden, de Nederlander Emile Affolter, gespeeld met de gedachte om in Sochi een persconferentie te organiseren.

"Maar daar hebben we van afgezien", zei Affolter. "We waren bang dat als de camera's weg zouden zijn, onze Russische collega's de dupe worden. Dat is onze grootste zorg, ook voor na de Spelen."

Volgens Affolter heeft Amnesty geen officiële acties voorbereid. "We hebben de Nederlandse regering gevraagd iets te doen. Premier Rutte moet met mensenrechtenactivisten praten. Wij zeggen: Nederlandse regering, spreek je uit en laat de premier het niet alleen hebben over de medaillespiegel van de Nederlandse sporters."

De mensenrechtenorganisatie vermoedt dat de Nederlandse premier Mark Rutte (VVD) werkelijk de bedoeling heeft om met Russische mensenrechtenactivisten te gaan praten tijdens zijn verblijf op de Olympische Winterspelen. "De mooie schijn van de Olympische Spelen steekt schril af tegen wat er de laatste jaren is gebeurd op het gebied van de mensenrechten in Rusland. Het zou zeer teleurstellend zijn als Rutte die zaken niet aan de kaak stelt", aldus Affolter.

Hij doelt daarmee onder meer op de antihomowet die Rusland vorig jaar invoerde, de wet die demonstraties vrijwel onmogelijk maakt en de wet die non-gouvernementele organisaties verplicht zich als 'buitenlandse agent' te laten registreren. In feite betekent dat dat zij als spion worden aangemerkt.

De Olympische Winterspelen beginnen vrijdag.