Geen voortgang bij Syrië-overleg in Genève

Delegaties van de Syrische regering en de oppositie spraken maandag in Genève voor het eerst rechtstreeks over de politieke toekomst van hun land. Van tevoren werd al verwacht dat er weinig resultaat zou worden geboekt en die voorspelling kwam uit. Na een uur werd er een punt gezet achter de bijeenkomst. Een van de vertegenwoordigers van de oppositie sprak van een 'dialoog tussen doven'.

De Syrische president Bashar Assad denkt er niet aan af te treden om plaats te maken voor een overgangsregering. Voor de oppositie is Assads vertrek een eis waarover niet onderhandeld kan worden.

De regeringsdelegatie presenteerde aan het begin van het overleg een rapport waarin de noodzaak werd benadrukt van het bestrijden van terrorisme. Ook moet er wat de regering betreft een einde komen aan de financiering en bewapening van rebellen door groepen van buiten Syrië en landen die de opstandelingen een warm hart toedragen.

Een adviseur van Assad noemde het rapport een 'blijk van goede wil' en zei verrast te zijn dat de oppositie het van tafel veegde. Volgens de oppositie past het rapport niet bij het hoofdonderwerp van de conferentie: het instellen van een overgangsregering.

Murhaf Joueijati van de oppositionele Syrische Nationale Coalitie hekelde de instelling van de regeringsdelegatie. "Ze stelden zich steeds agressiever op en begonnen ons op dictatoriale wijze de les te lezen", zei Joueijati. "We zagen het nut er niet van in om door te praten omdat het een dialoog der doven leek te worden."

Brahimi spreekt later op de dag nog afzonderlijk met beide partijen.

Zondag werd een bescheiden succesje geboekt op de conferentie. De regering en oppositie bereikten overeenstemming over een vrijgeleide voor vrouwen en kinderen in de belegerde stad Homs.