Lagere straffen voor agenten die zwerver ontvoerden
De Rotterdamse oud-politieagenten Jurian W. en Jan D. hebben van het gerechtshof in Den Haag aanzienlijk lagere celstraffen gekregen dan van de rechtbank. W. kreeg dinsdagochtend negen maanden voorwaardelijke celstraf opgelegd en D. werd veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 240 uur. De mannen zijn schuldig bevonden aan het ontvoeren en bedreigen van een Poolse zwerver.
Het hof rekent het de beide mannen 'zeer zwaar aan dat zij een persoon met waarschijnlijk psychische problemen als een pakketje naar een afgelegen plaats hebben gebracht en daar hebben achtergelaten, na hem ernstig bedreigd te hebben'. Zo kun je niet omgaan met mensen, stelt het hof.
Wel acht het hof het aannemelijk dat in het wijkteam waar beide ex-agenten werkzaam waren het verplaatsen van overlastgevers vaker voorkwam. Het was voor de agenten niet concreet duidelijk hoe moest worden gehandeld bij overlast. Ernstige bedreiging was echter nog nooit voorkomen bij het korps en dat maakt deze zaak anders dan andere voorvallen.
Ook woog het hof mee dat beide mannen zijn ontslagen bij de politie en moeite hebben gehad met het vinden van ander werk. Daarnaast was Jan D. nog in opleiding toen het incident plaatsvond.
De straf pakt lager uit dan de eis van het OM en de eerdere veroordeling van de rechtbank. De rechtbank had de mannen veroordeeld tot respectievelijk zes maanden gevangenisstraf, waarvan drie voorwaardelijk, en drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en 240 uur taakstraf. Het OM had in hoger beroep dezelfde straffen geëist.
Het tweetal nam in augustus 2009 een Poolse zwerver die lag te slapen op een grasveldje mee in een politiebusje en bracht hem van Bleiswijk naar een afgelegen gebied in Moerkapelle. Daar werd de zwerver met een dienstwapen bedreigd en werd hem gezegd dat hij met een schep zijn eigen graf moest graven. Na de bedreiging lieten de mannen de Pool aan zijn lot over.
De agenten zwegen over de gebeurtenis, totdat er binnen het politiekorps de wildste verhalen de ronde deden. Jan D. stapte toen naar zijn leidinggevende, waardoor de zaak aan het rollen kwam. De Pool was intussen teruggekeerd naar zijn vaderland, maar werd opgespoord voor het onderzoek. De rechter noemde het optreden van de mannen in de eerste behandeling van de zaak 'verbijsterend, onterend en in strijd met de waarden en normen die Nederlandse politie hoog in het vaandel heeft'.
In de Volkskrant van dinsdag doet Jan D. zijn verhaal. Hij stelt dat justitie zijn rol verkeerd inschat. Zo zou het korps al vaker zwervers weg hebben gebracht uit de gemeente Bleiswijk. Jan D., net anderhalve maand in dienst, dacht daardoor het 'de gang van zaken was op het bureau'. Hij vindt daarom dat het hele korps moet worden aangepakt en niet alleen hij.
De leiding wist dat de zwerver steeds over de districtsgrens werd gezet, maar droegen geen betere oplossing aan, stelt de voormalig agent in de krant. De Pool hing rond in een kinderspeeltuintje, maar deed niks verkeerd. Daarom konden de agenten hem niet arresteren en wegbrengen naar de opvang kon niet, want die heeft Bleiswijk niet. "Wat moesten we anders met hem doen", stelt de voormalig agent in de krant.
Ook ontkent hij dat hij een schep heeft gebruikt om de zwerver te bedreigen. Verhalen rond de het voorwerp zijn volledig een eigen leven gaan leven, zegt D. tegen de Volkskrant. Hij verklaart dat hij pas uit de auto stapte toen zijn collega de zwerver al had bedreigd. Omdat hij naar eigen zeggen was geïntimideerd door de status van zijn collega als hoofdagent durfde hij het incident niet te melden.
