Teeven en advocatuur eens over toezicht

Staatssecretaris van Justitie Fred Teeven (VVD) en de Orde van Advocaten zijn het eens geworden over een nieuw stelsel van toezicht op de advocatuur. Dat hebben beide partijen maandag bekendgemaakt. Volgens de advocaten is hiermee de onafhankelijke positie van de advocaten en de vertrouwelijkheid van informatie over cliënten geborgd.

Kern van het plan is dat er een college van toezicht wordt opgetuigd, een nieuw intern orgaan van de Orde van Advocaten. Dat college bestaat uit drie leden en de landelijk deken wordt de voorzitter. De overige twee leden zijn geen advocaat, rechter of ambtenaar.

Over het nieuwe toezichtsmodel is lang gesteggeld. Aanvankelijk verzetten de advocaten zich ertegen, onder meer omdat Teeven de nieuwe leden van het toezichtscollege wilde benoemen bij koninklijk besluit. Volgens de orde betekende dit dat de overheid zou bepalen die het toezicht op de advocaten mag houden en wie niet.

Uiteindelijk is afgesproken dat twee van de drie leden worden benoemd per koninklijk besluit. Deze kandidaten kunnen alleen worden aangedragen door de orde. De voorzitter wordt niet benoemd door Teeven. Tegelijkertijd blijven de lokale dekens eindverantwoordelijk voor het toezicht en alleen zij mogen boetes opleggen en in dossiers van individuele cliënten kijken, niet de leden van het toezichtscollege.

Wel krijgt de landelijk deken aanwijzingsbevoegdheid en kunnen de lokale dekens niet langer ieder hun eigen toezichtsregels maken. "Door deze aanwijzingsbevoegdheid neer te leggen bij de landelijk deken blijft de verantwoordelijkheid voor de feitelijke uitoefening van het toezicht binnen de advocatuur liggen", schrijft Teeven in een toelichting. Die wordt hiermee de 'verbindende figuur' tussen de lokale dekens en het systeemtoezicht.

Teeven is opgetogen over het resultaat, dat moet leiden tot een systeem van toezicht dat transparanter en uniformer is. "Het nieuwe toezichtsmodel biedt de orde volop mogelijkheden om, binnen eigen verantwoordelijkheid, het toezicht op professionele en onafhankelijke wijze uit te voeren, met inachtneming van de bijzondere positie van de advocatuur in het rechtsbestel." Die mening wordt gedeeld door de advocaten.