'Collectief pensioen vaak nadelig voor jongere'

De meeste collectieve pensioenregelingen zijn nadelig voor de jongeren van tegenwoordig. Dat valt op te maken uit een vrijdag door staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Jetta Klijnsma (PvdA) vrijgegeven rapport van het Centraal Planbureau (CPB).

Collectieve regelingen voor aanvullend ouderdomspensioen gebruiken in de meeste gevallen een doorsneepremie waarbij sprake is van een doorsneeopbouw. Voor bedrijfstakpensioenfondsen is deze systematiek zelfs wettelijk verplicht. Bij dit zogenoemde doorsneesysteem betalen jongeren te veel premie voor de opbouw die daartegenover staat, terwijl ouderen te weinig betalen.

Jongeren betalen zodoende mee aan de pensioenopbouw van oudere generaties. Wanneer zij zelf ouder zijn, betalen de generaties die dan jong zijn als compensatie hier weer aan mee, is het idee.

Het gebruik van deze doorsneesystematiek stamt veelal uit de tijd dat werknemers het gehele werkzame leven voltijds pensioen opbouwen. Werknemers wisselen tegenwoordig echter regelmatig van baan. Daarbij kunnen zij, omdat de werkgever een andere regeling aanhangt, ineens ook in een heel andere systematiek van pensioenopbouw terechtkomen. Ook besluiten ze vaker een deel van hun carrière als zelfstandige te werken.

Een deelnemer die tot halverwege de loopbaan pensioen opbouwt in het doorsneesysteem, kan echter al gauw met het oog op de ingelegde premies een derde te weinig pensioen ontvangen. Een deelnemer die juist in de tweede helft van de loopbaan pensioen opbouwt in het doorsneesysteem, ontvangt gemiddeld een 'subsidie' op de ingelegde premies van bijna twintig procent, aldus het CPB.

Als zuiver naar de pensioenopbouw wordt gekeken is het volgens het CPB daarbij zeer onaantrekkelijk voor een werknemer om rond de 45 jaar een loondienstverband met doorsneepensioenopbouw te verruilen voor zelfstandig ondernemerschap. Verder worden in het systeem deelnemers met een hoge levensverwachting, zoals vrouwen en hoogopgeleiden, bevoordeeld, terwijl deelnemers met een lage levensverwachting, zoals mannen en lageropgeleiden, worden benadeeld.

Het CPB waarschuwt dat het draagvlak voor dergelijke regelingen kan afnemen als de redenen om zo'n systeem te rechtvaardigen niet meer volledig opgaan. Een overgang naar een systeem waarbij de pensioenopbouw voor elke leeftijd meer in evenwicht wordt gebracht, kost echter geld en dat kan leiden tot bijvoorbeeld hogere premies.