'Geen bewijs van bezoek Demmink aan Turkije'

Turkije zegt geen bewijs te hebben dat voormalig topambtenaar Joris Demmink het land in 1996 heeft bezocht, terwijl dit eerder wel het geval leek te zijn. Het Openbaar Ministerie ziet daarom geen reden om een strafrechtelijk onderzoek naar de oud-secretaris-generaal van Justitie in te stellen. Dat meldt NRC Handelsblad dinsdag op basis van justitiële bronnen.

Advocaat-generaal Gerard Sta heeft dit maandag volgens de ingewijden gezegd tijdens een besloten zitting van het gerechtshof in Arnhem. Dat boog zich over een verzoek van advocaat Adèle van der Plas om Demmink te vervolgen voor het verkrachten van twee Turkse jongens in de jaren negentig. Demmink stelt dat hij sinds 1986 niet meer in Turkije is geweest.

Het OM had afgelopen zomer na een rechtshulpverzoek aan Turkije informatie gekregen over een document van de Turkse justitie waaruit zou blijken dat Demmink op 20 juli 1996 wel degelijk in Turkije was. De Turken lieten het OM onlangs echter weten dat die niet uit eigen onderzoek komt, maar van een aangifte die onder meer is gedaan door drugshandelaar Hüseyin Baybasin. Deze cliënt van Van der Plas is in Nederland tot levenslang veroordeeld.

Het OM besloot vorig jaar na een oriënterend onderzoek dat er onvoldoende bewijs is om Demmink te vervolgen. Het hof in Arnhem bepaalt binnen zes weken of er een strafrechtelijk onderzoek komt. Tegen de 66-jarige Demmink lopen overigens nog enkele andere juridische procedures.