95.000 doden bij gewapende conflicten

Bij gewapende conflicten zijn vorig jaar zeker 95.000 mensen gedood en honderdduizenden gewond geraakt. Volgens de Academie voor Internationaal Humanitair Recht in Genève, die dit dinsdag bekendmaakte, waren er in 2012 minstens 38 gewapende conflicten in 24 landen en territoria.

De academie probeert juridische criteria vast te leggen voor wat precies onder een gewapend conflict moet worden verstaan. Omdat hierover nog onduidelijkheid bestaat, is het ook onzeker wanneer er sprake is van oorlogsmisdaden, zegt de leider van de academie, Andrew Clapham. De classificatie is volgens het hoofd onderzoek van de academie, Stuart Maslen, van belang, omdat 'de regels voor de toepassing van dodelijk geweld over het algemeen ruimer zijn wanneer er een gewapend conflict is, dan in een situatie van ordehandhaving'.

Sommige landen, zoals Syrië, Turkije en Thailand, ontkennen dat op hun grondgebied gewapende conflicten bestaan. Maar er waren ook een paar gevallen waarin het recht toch zijn loop kreeg, bijvoorbeeld door de vervolging in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten van militairen voor oorlogsmisdaden in Afghanistan.

Er was in 2012 welbeschouwd maar één internationaal conflict, tussen Sudan en Zuid-Sudan. Eventueel zou het geschil tussen de Verenigde Staten en Pakistan over de Amerikaanse droneaanvallen volgens de academie ook als een internationaal conflict kunnen worden beschouwd, maar het overgrote deel was 'niet-internationaal', omdat ze gingen tussen regeringen en gewapende groepen binnen hun grenzen.

De meeste doden vielen in 2012 in Syrië (55.000), gevolgd Mexico (9000) en Afghanistan (7500). Negen gewapende conflicten betroffen militaire bezettingen: Azerbeidzjan, Cyprus, Eritrea, Georgië, Libanon, Moldavië, Palestina, Syrië en de Westelijke Sahara.