Twitter treedt toe tot Amerikaanse beurs

Wanneer op Wall Street donderdagmiddag Nederlandse tijd de gong luidt, treedt opnieuw een groot internetbedrijf toe tot de beurs. Na onder meer Google, Facebook en Linkedin krijgt nu ook Twitter een beursnotering. De microblogdienst biedt ongeveer zeventig miljoen aandelen aan en kan zo 2,1 miljard dollar (bijna 1,6 miljard euro) ophalen.

De beursgang van Twitter is daarmee de grootste van een internetonderneming sinds Facebook vorig jaar tot de Nasdaq toetrad. De opbrengst van 2,1 miljard dollar valt echter in het niet bij de zestien miljard dollar die Facebook vorig jaar bij beursgang binnensleepte. Wel haalt Twitter vermoedelijk meer op dan Google, dat aan de aandelenuitgifte in 2004 ongeveer 1,9 miljard dollar verdiende.

Omdat bedrijven lang niet altijd hun hele belang naar de beurs brengen, ligt de werkelijke waarde van het bedrijf vaak hoger. Zo werd Facebook tegen een aandelenprijs van 38 dollar bij beursgang op ruim tachtig miljard dollar gewaardeerd. Bij Google en Linkedin was dat respectievelijk 23 en ruim vier miljard dollar.

Met de introductiekoers van 26 dollar per aandeel heeft het bedrijf Twitter momenteel een waarde van ruim 18 miljard dollar. De vraag is echter of het sociale medium dat bedrag ook echt waard is. Marktvorsers vrezen bij internetbedrijven vaak dat de aandelen te hoog zijn geprijsd, waarna de koers in sommige gevallen in korte tijd sterk kan dalen.

Anders dan bedrijven zoals staalfabrikanten en telefoonbouwers leveren internetbedrijven namelijk geen specifiek product. Ze zijn vaak grotendeels of volledig afhankelijk van advertentie-inkomsten, die plots stevig kunnen inzakken. Daardoor valt het vaak moeilijk in te schatten of bij zulke concerns de hoge aandelenprijs ook echt gerechtvaardigd is.

Zo zakte het aandeel Facebook vorig jaar in korte tijd tot ver onder de introductieprijs, omdat het bedrijf er niet in slaagde om inkomsten uit de mobiele versie van het netwerk te halen. Ook Twitter is voor zijn winst sterk afhankelijk van advertenties, zo bleek onlangs opnieuw uit documenten die het bedrijf bij de Amerikaanse beurswaakhond SEC had ingediend.

Uit diezelfde documenten kwam ook naar voren dat de Amerikaanse microblogdienst sinds de lancering in 2006 nog nooit winst heeft behaald. In de eerste zes maanden van dit jaar kwam Twitter bijvoorbeeld zeventig miljoen dollar tekort. Het totale verlies sinds de oprichting zeven jaar geleden bedraagt maar liefst 420 miljoen dollar.

Of de introductieprijs van Twitter daarom te hoog ligt, valt echter niet te voorzien. Bovendien hoeft een flinke koersval in de eerste weken niet te betekenen dat het bedrijf te optimistisch is geweest. Zo zakte het aandeel Linkedin in korte tijd tot ver onder de introductieprijs van 45 dollar, maar steeg het sindsdien naar een waarde van ruim 225 dollar.

Ook Facebook kroop uit het dal nadat het aandeel na introductie fors verloor. Toen halverwege dit jaar bleek dat het sociale netwerk steeds meer aan mobiele advertenties ging verdienen, steeg de koers langzaam tot boven de 38 dollar. Inmiddels is het waardepapier van Facebook ruim vijftig dollar waard.

De waardestijging van Google spant echter de kroon. Toen het internetbedrijf in 2004 voor 85 dollar per aandeel naar de beurs werd gebracht, vroeg The New York Times zich hardop af of de volgende internetbubbel aanstaande was. Negen jaar later wisselt een aandeel in de zoekmachinegigant voor meer dan duizend euro van hand, twaalf keer zo veel als bij de beursgang.