FOK!toen: Herman Brood (1946-2001)

In de FOK!toen van vandaag werpen we een blik op het leven van een Nederlandse muzikant, kunstenaar en knuffeljunk die vandaag 67 jaar zou zijn geworden als hij niet op 11 juli 2001 van het Hilton Hotel in Amsterdam was gesprongen. Het was namelijk op 5 november 1946 dat de Nederlandse zanger, pianist, schrijver en kunstschilder Hermanus Brood in Zwolle werd geboren, als tweede kind van het echtpaar Joop en Beppie Brood-Schippers. Zus Elly was er al, de tweeling Beppie en Riske moest nog geboren worden. Op jonge leeftijd raakt Herman bevriend met Hans Lafaille. Herman heeft dan al creatieve buien en tekent schetsboeken vol met de meest grappige afbeeldingen en korte stripverhalen. Als de 12-jarige Herman voor het eerst kennis heeft gemaakt met een piano heeft hij weinig interesse meer voor school.

In 1964 gaat Herman naar de Kunstacademie in Arnhem. Arnhem kende in die tijd al beatbandjes zoals The Crabs, The Roosters, The Cheat Five en The Howls. In die laatste band speelden Jaap van Eik, Herman Brood, Erlend Josephy, Alfons Haket en Alan McFarlane. De band had in oktober 1964 haar eerste optreden gegeven en had de tweede prijs gewonnen bij een teenagershow. Nadat de muzikanten het liedje 'Moanin' van Art Blakey hadden gehoord besloten ze verder te gaan onder de naam The Moans. Het bandje speelde wilde en ruige rhythm-and-blues en was te vergelijken met hun tijdsgenoten uit Engeland, The Rolling Stones. In de ogen van de oudere generatie was The Moans een stelletje langharig werkschuw tuig en vaak werd hen de toegang tot zalen en hotels geweigerd. Daartegen accepteerde de jeugd de groep zoals ze waren en gelukkig waren er ook zaaleigenaren die geen problemen hadden met jonge mensen met lang haar en luide beatmuziek.

Kein Beatles, kein Stones, aber The Moans

The Moans was een vooruitstrevende band en werd al snel een begrip in de omgeving van Arnhem. Nadat er een groot interview met de band in het Arnhems Dagblad had gestaan begonnen de aanbiedingen voor concerten te komen. Nadat de groep een manager heeft gevonden in de persoon van Willy Schwenken kan de groep ook optredens doen in Duitsland. Zo zijn The Moans, die door Schwenken worden aangeboden als een Britse band, regelmatig te zien in Nordhorn in Westfalen en in Arnsberg in Sauerland. Bij het maken van posters kende de fantasie van Schwenken geen grenzen en het was dan ook vaak een verrassing voor de mannen wat de bandnaam die avond was en waar de band dan weer vandaan kwam. Het kon het Duitse publiek weinig schelen.

Op 6 mei van datzelfde jaar was de groep te horen bij de VPRO in het radioprogramma Ronduit. Vanaf die tijd speelde de groep bijna elk weekend over de grens en deed vaak optredens voor in Duitsland gelegerde Amerikaanse soldaten. Het was in deze tijd dat Herman voor het eerst kennis zou maken met amfetamine. De muzikanten moesten tenslotte wel wakker blijven. Op 14 juli 1965 doet de groep, die op dat moment bestond uit Herman Brood, Jaap van Eik, Sjoerd van der Duim, Alfons Haket en Wim Hubers, een optreden in Giethoorn waar zo'n 500 enthousiaste jongeren helemaal uit hun dak gaan. Op last van de burgemeester van Giethoorn wordt het optreden halverwege stopgezet en werden de muzikanten de zaal uitgezet door de politie. Er zou nog maandenlang over worden gesproken in de omgeving van Giethoorn.

Uit de Telegraaf van 1 september 1965
Uit de Telegraaf van 1 september 1965

In september 1965 wordt het complete instrumentarium van de band gestolen na een optreden in Rheinhausen en het had weinig gescheeld of de band was gestopt. Vanaf eind 1965 konden de mannen echter als beroepsmusici gaan optreden en krijgen maandcontracten aangeboden door diverse Duitse clubs. Nadat Herman in november 1966 een aanbieding krijgt om te gaan spelen met de groep Cuby & the Blizzards, besluit hij The Moans te verlaten. De rest van de groep zou verder gaan onder de naam Moan, maakte een viertal singles en zou in de zeventiger jaren erg bekend worden onder de naam Long Tall Ernie & the Shakers.

Uit de Leeuwarder Courant van 19 februari 1966
Uit de Leeuwarder Courant van 19 februari 1966

Cuby & the Blizzards

Begin 1967 moet Blizzard Hans Kinds in militaire dienst en wordt vervangen door Herman Brood. Met Brood in de gelederen werd het album Groeten Uit Grollo opgenomen. Op de elpee, die door veel liefhebbers als één van de allerbeste Nederblues albums aller tijden wordt gezien, komen we ook 'Another Day Another Road' tegen, een compositie van de hand van Herman Brood en Harry 'Cuby' Muskee. Herman had ondertussen een kortstondige relatie gekregen met de toenmalige Miss Groningen Tekie Buissink en was in 1968 vader geworden van zoon Marcel.

Cuby and the Blizzards
Cuby & the Blizzards in 1969. Van links naar rechts:
Eelco Gelling, Hans de Lafaille, Harrie Muskee, Herman Deynum en Herman Brood. (foto: Leeuwarder Courant)

Aan de Cuby-periode kwam een einde toen Brood in 1969 na een optreden in Den Haag in de kraag werd gevat op een feestje waar hasj werd gerookt. Het gebruik van het tamelijk onschuldige middel was in die tijd nog niet zo algemeen en Brood verdween zes weken achter de tralies. Door het gebeuren ontstond ook een conflict met de platenmaatschappij en niet lang daarna kwam er een einde aan Hermans rol in de Blizzards.

Brood achter slot en grendel

In de daaropvolgende periode was er maar weinig muziek in Hermans leven. De pianist gebruikte veelvuldig pervetine (methamfetamine oftewel crystal meth), handelde in LSD, brak in bij drogisterijen en zat menigmaal opgesloten in de gevangenis of psychiatrische kliniek. Psychiatrische klinieken waren zo ongeveer de enige plek, waar men in die tijd gebruikers van pervetine naartoe stuurde en Brood wist - naar eigen zeggen - de behandelende geneesheren meer over de 'dope' bij te brengen dan zij hem.

Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 31 december 1973
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 31 december 1973

Aan deze periode kwam een einde toen Brood in 1973 weer contact kreeg met Eelco Gelling en weer achter de piano te vinden was. Eind 1973 staan Brood, Gelling en Muskee voor het eerst in jaren weer samen op een podium, bij een optreden van de Golden Earring in Assen en de mannen hebben duidelijk de smaak van het musiceren weer te pakken. Op 15 januari 1974 volgt dan ook nog een reünie van Cuby & the Blizzards voor het VARA-programma Nederpopzien. In de NOS-studio aan de Insulindelaan in Hilversum speelden Harry Muskee (zang. harmonica), Eelco Gelling (gitaar), Willy Middel (bas), Hans Kinds (slaggitaar), Hans Waterman (drums) en Herman Brood (piano) nog eenmaal de bluessterren van de hemel. Van het afscheidsconcert, waarbij slechts 140 gelukkige fans aanwezig mochten zijn, zou later ook een album gemaakt worden.

Stud

Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 20 juni 1974
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 20 juni 1974

In juni 1974 gaat Herman Brood in de Noord-Hollandse band Stud spelen. Naast hem bestaat de groep uit zanger Sandy van der Linde, gitarist Ferdy Karmelk (ex-Tee Set, ex-Les Baroques), bassist Iann Bishop (ex-Savoy Brown) en drummer Bert Klein. Onder leiding van Boudewijn de Groot neemt de groep de single 'Slipstream' op maar de band is echter geen lang leven beschoren. Herman is als gastmuzikant in diverse andere bandjes te horen. In 1975 verschijnt het album Showbiz Blues, die Herman samen met ex-Blizzards-drummer Hans Lafaille, Rob Imker en Jan Akkerman had opgenomen onder de naam The Flash and Dance Band. In eerste instantie sloeg de plaat niet echt aan en werden er maar zo'n 700 exemplaren van verkocht. Pas nadat Brood in 1978 door zou breken met zijn hit 'Saturday Night' werd de plaat opnieuw uitgebracht en ging meer dan 65.000 keer over de toonbank.

Showbiz Blues
Showbiz Blues

Broods activiteiten hadden ondertussen de aandacht getrokken van Herman van Boeyen, die als drummer in de band Red, White and Blue, een opvolger van Cuby & the Blizzards, speelde. Van Boeyen liet weten dat hij graag zou zien dat ook Brood bij de band kwam spelen maar Harry Muskee had daar zijn twijfels over. Van Boeyen stapte daarop uit de groep en richtte samen met Herman Brood de groep Vitesse op. De drummer bleek een nogal wispelturig figuur te zijn en zo versleet Vitesse een groot aantal gitaristen en bassisten. Samen met Rob van Donselaar en Rob ten Bokum nemen Brood en Van Boeyen de debuutelpee van Vitesse op, die in 1975 verschijnt. Nadat Van Boeyen aanstalten maakte om ook deze twee weer uit de band te gooien was Herman Brood er helemaal klaar mee en verliet Vitesse.

Nadat Herman Vitesse had verlaten zat hij niet langer zonder werk. Cuby & the Blizzards waren weer eens samengekomen voor een herstart en vroegen of Brood nog interesse had om mee te doen. De heropleving van Cuby & the Blizzards zou slechts van korte duur zijn toen Eelco Gelling de band verliet om te verkassen naar de Golden Earring. Met het verschijnen van de elpee Kid Blue kwam er, mede door het vertrekken van Herman Brood, een definitief einde aan het Cuby & the Blizzards-tijdperk.

Herman Brood and his Wild Romance

Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 17 december 1976 new
Uit het Nieuwsblad van het Noorden van 17 december 1976

Broods redenen om de Blizzards te verlaten had alles te maken met zijn plannen om een eigen band te beginnen. Zijn vertrouwen in de mogelijkheden van zo'n gezelschap was toegenomen door zijn ervaringen in de groep Vitesse. Daarnaast had Brood ook op een bijzondere manier kennisgemaakt met de Winschoter kroegeigenaar Koos van Dijk. In 1976 had Herman een optreden met Cuby and the Blizzards in café 't Pleintje in Winschoten. Tijdens de pauze van het concert zat Herman backstage waar de muzikant zichzelf wat probeerde op te peppen. Bij het ritueel liet brood de naald van zijn injectiespuit in een prullenmand vallen. Terwijl Brood in de prullenmand op zoek was naar zijn naald kwam tot grote schrik van de overige muzikanten Koos van Dijk - de eigenaar van de kroeg - zijn zaak binnen. In plaats van de Brood buiten de deur te zetten, keerde Van Dijk de mand om en hielp Brood bij het zoeken naar zijn naald. Van Dijk was vanaf dat moment de vaste manager van Brood en zou dat tot aan diens dood in 2001 ook blijven.

Street
Street

Samen met gitarist Eric de Zwaan, bassist Gerrit Veen, drummer Peter Walrecht en achtergrondzangeressen Ellen Piebes en Ria Ruiters, richt Brood eind 1976 de band Herman Brood and his Wild Romance op. Vooral in de begindagen vonden er nogal wat bezettingswisselingen plaats in de band. De Zwaan werd vervangen door Ferdy Karmelk en de drumstokjes werden overgenomen door Manuel Lopez, die eerder in de Antilliaans-Groningse groep Pearl Ash had gespeeld. Samen met onder meer Jan Akkerman, Bertus Borgers, Magriet Eshuys en Maggie McNeal wordt het eerste album Street opgenomen.

Als het tweede album van Herman Brood and his Wild Romance getiteld Shpritsz in 1978 verschijnt gaat het opeens allemaal erg snel. Zowel het album als de single 'Saturday Night' zorgen voor veel naamsbekendheid van de muzikant die als geen ander de media weet te bespelen. Brood weet dat de media smullen van rare verhalen en bedenkt ze dan ook vaak ter plekke. Shpritsz is opgenomen met Broods beste begeleidingsband, bestaande uit de Belgische gitarist Danny Lademacher, bassist Freddi Cavalli en drummer Ani Meerman. Net als bij de eerste elpee zien we op de hoes van Shpritsz ook weer fraai fotowerk van Anton Corbijn. Na het livealbum Cha Cha vertrekt Herman Brood voor een tournee naar Amerika. In Nederland heeft Brood ondertussen alweer succes in de hitlijsten met de singles 'Never Be Clever' en 'I Love You Like I Love Myself'.

Shpritsz
Shpritsz

Rock & Roll addiction is a festerin' habit.
You gotta keep on playin' like a paranoid rabbit.
You can hook me on y'r tail, penetrate my soul.
Made me feel the sting of Rock & Roll.
I'm a heart & soul,
Rock & Roll,
heart & soul Rock & Roll junkie.

Uit de Telegraaf van 1 september 1979
Uit de Telegraaf van 1 september 1979

Het Amerikaanse avontuur

In 1979 besluit Herman Brood dat het tijd is om de Amerikaanse muziekmarkt te gaan verkennen. In Amerika speelt de groep als voorprogramma van bands zoals The Kinks, Foreigner en The Cars. Vooral het concert van Brood in New York was een heerlijke puinhoop. Brood was zo dronken als een aap en vergat de helft van al zijn teksten. De gerenommeerde pers sprak er schande van, maar onder de Amerikaanse jeugd werd Brood wel een soort van cultfiguur. Omdat ze toch in de bakermat van de rock-'n-roll waren, leek het Brood een uitgelezen plan om daar een elpee op te gaan nemen. De Amerikaanse producenten gooiden echter roet in het eten. De studiotechnici mochten alleen maar met Amerikaanse sessiemuzikanten werken. Het resultaat werd Go Nutz, een zielloos album dat in zowel de Amerikaanse als Nederlandse pers de grond in werd geboord.

De Amerikaanse persing van Go Nutz
De Amerikaanse persing van Go Nutz

Toen Herman na zijn Amerikaanse fiasco terugkwam in Nederland was de uitdaging weg. De mensen waren inmiddels wel bekend met het gedrag van de troeteljunk en Brood had zelf het gevoel dat zijn creativiteit verdwenen was. Dat was ook de tijd dat er ook muzikanten weg begonnen te lopen uit de band. Herman Brood begon zichzelf te isoleren; de deur ging op slot, de telefoon ging van de haak en de muzikant zat zwaar aan de heroïne. Brood zou zich later in een interview nog herinneren hoe hij zijn terugkomst uit Amerika beleefde: "Toen ik terugkwam op Schiphol was ik de koning in dit land. Maar ik voelde me beroerd. Binnen tien minuten bevond ik me weer op de zeedijk."

Uit de Leeuwarder Courant van 28 mei 1982
Uit de Leeuwarder Courant van 28 mei 1982

Aan het begin van de tachtiger jaren verschijnen er een aantal prima albums, die helaas niet de aandacht kregen die ze verdienden. De tijd van Brood als een muzikaal fenomeen waren verleden tijd en de muzikant richtte zijn creatieve vizier op de schrijf- en schilderkunst. Het was echter niet zo dat Brood zijn muzikale escapades opgaf. Aan het begin van de tachtiger jaren werkte de muzikant regelmatig samen met saxofonist Bertus Borgers, waarmee hij ook het album Frisz & Sympatisz uitbrengt. In 1984 tekent Brood een contract bij een nieuwe platenmaatschappij en komt met The Brood, zijn beste plaat in jaren. Ook scoort de muzikant een top 10 hit samen met Henny Vrienten met het liedje 'Als Je Wint'.

De schilderkunst van Brood

Uit de Leeuwarder Courant van 14 juni 2001
Uit de Leeuwarder Courant van 14 juni 2001

Halverwege de jaren tachtig begint Herman Brood zich steeds meer te richten op het maken van cartooneske kunstwerken. Met behulp van spuitbussen en airbrush maakt de kunstenaar Brood grote schilderijen met felle kleuren die wat de stijl betreft wel wat aan de Cobra-stroming doen denken. Brood maakt tussendoor nog een aantal prima elpees, maar de roem van eind jaren zeventig wordt niet meer geëvenaard. De muzikant en kunstenaar had ondertussen wel ondervonden dat de vele jaren drugs en drankgebruik zijn lichaam niet hadden gespaard. Ondanks ettelijke afkickpogingen verviel Brood steeds weer in zijn oude gewoontes.

Yada Yada
Yada Yada

In 1988 heeft Herman opnieuw een comeback met het sterke album Yada Yada. Ook staat de muzikant met zijn band op Pinkpop, waar het massaal aanwezige publiek - waaronder ook nog een jonge dekatophetspek - duidelijk laat merken dat Brood nog steeds op een voetstuk staat. In 1990 neemt hij samen met Clarence Clemons en Flaco Jiminez het album Freeze op en gaat voor zes weken op tournee naar Duitsland. Ondanks het feit dat zijn kunstwerken in de negentiger jaren steeds populairder werden bleef Brood in de eerste plaats een muzikant, een entertainer die constant op zoek was naar de ultieme hitsingle.

Rock ’n Roll Junkie

Uit de Leeuwarder Courant van 14 mei 1993
Uit de Leeuwarder Courant van 14 mei 1993

Nadat het verzamel-album Saturday Night Live is verschenen krijgt Brood weer allerlei aanbiedingen en staat wekelijks weer op de diverse podia in Nederland. In 1994 verschijnt de documentaire Rock ’n Roll Junkie, gebaseerd op het gelijknamige boek van Jan Eilander. Twee jaar later viert Brood zijn vijftigste verjaardag met het album 50 The Soundtrack, waarop we hem in duet horen met onder meer André Hazes, Nina Hagen, Henny Vrienten, Gerard Joling en Kongo Banga. Met die laatste groep doet Brood ook een clubtour onder de noemer 'Brood Goes Reggae'. Ook verschijnt het boek Broodje Gezond van Hermans goede vriend Bart Chabot.

Ook bij de sterke arm der wet is Herman Brood geen onbekende. Zo zat de zanger in de vroege zeventiger jaren meerdere malen achter de tralies en ook in 1999 wordt de zanger aangehouden, ditmaal vanwege verboden wapenbezit. In de trein van Zwolle naar Groningen had de zanger een treinraampje open gedaan en had met een gaspistool uit het raam geschoten. Aanwezige passagiers hadden vervolgens geschrokken de politie opgebeld, die de zanger bij het volgende station al op stonden te wachten. Na enkele uren verhoor werd Herman weer vrijgelaten. Datzelfde jaar weet Brood nogmaals alle media te halen door een album op cd uit te brengen met een kopieerbeveiliging. De beveiliging werkte echter zo goed dat het album niet eens af te spelen was op een computer.

De laatste jaren

Als Herman Brood 54 jaar oud is krijgt hij van zijn huisarts te horen dat hij nog maar enkele maanden te leven heeft, tenzij hij zijn onverantwoorde levenswijze aan zou passen. Brood, die altijd bij het credo 'It's better to burn out than to fade away' had geleefd, zag zichzelf niet opeens als een brave huisvader op een driehoog flatje in Amsterdam-Zuid. Voor Brood was amfetamine geen middel om het creatieve proces op te wekken, maar was het alleen bedoeld om wakker te blijven. Slapen vond Brood maar verspilling van kostbare tijd.

Hetzelfde jaar verschijnt het album Ciao Monkey waarop Brood duidelijk verwijst naar zijn afscheid van de drugs. Zonder verdovende middelen blijkt de muzikant echter nergens meer toe in staat. Brood kon spuiten wat hij wou, het roesmiddel had na al die jaren geen effect meer op hem. De dagelijkse dosis van 2 gram speed en 2 liter sterke drank had zijn tol geëist. Het cold turkey afkicken van opiaten en amfetamine had echter ook een desastreus effect op het lichaam van Brood. Zo werd de zanger incontinent, kreeg last van epileptische aanvallen, verloor veel gewicht en belandde zelfs met een maagbloeding in het ziekenhuis.

Ciao Monkey
Ciao Monkey

Op woensdag 11 juli 2001 trekt Brood de voordeur van zijn woning voor de allerlaatste keer achter hem dicht en gaat, samen met zijn onafscheidelijke papegaai Cor, op weg naar het Hilton Hotel. In zijn jaszak wordt later die dag een afscheidsbriefje gevonden met de woorden: “Ik heb er geen zin meer in, misschien zie ik jullie nog wel eens. Maak er een mooi feest van.

De erfenis van Herman Brood

Nederland is verbijsterd na de plotselinge dood van de excentrieke artiest. Zijn schilderijen gaan opeens als warme broodjes over de toonbank en met zijn afscheidssingle 'My Way' scoort Brood postuum zijn allereerste nummer 1 hit. In Paradiso wordt een herdenkingsconcert georganiseerd waar onder meer vrienden als André Hazes, Jules Deelder, Hans Dulfer en Bart Chabot de laatste eer bewijzen aan de veelzijdige artiest.

Met zijn sprong van het Hilton Hotel mocht Brood misschien zijn allerlaatste schreeuw om media-aandacht voltooid hebben, de rest van de wereld verloor er verdomd aardig, sympathiek en eigenzinnig mens mee. Gelukkig zal zijn muziek altijd blijven bestaan.