Zalm: ABN AMRO begin 2015 naar beurs

ABN AMRO kan als het economisch meezit begin 2015 naar de beurs. Valt het economische herstel tegen, dan is een halfjaar of een jaar uitstel nodig. Dat heeft bestuursvoorzitter Gerrit Zalm woensdagochtend gezegd in een gesprek met de Tweede Kamer.

"Als blijkt dat we over een jaar echt uit het dal aan het komen zijn, dan zou begin 2015 een geschikt moment kunnen zijn. Anders is er ook geen man overboord. Dan kan de minister zeggen: we stellen het nog met een halfjaar of een jaar uit", zei Zalm.

Zalm wees erop dat de bankaandelen in Europa zich de afgelopen tijd hebben hersteld, maar dat ABN AMRO ook sterk afhankelijk is van de Nederlandse economie, die het relatief slecht doet. "Dat toont zich in onze resultaten, met name wat betreft de voorzieningen die we moeten treffen voor het mkb."

Het kabinet besloot in augustus dat ABN AMRO, in 2008 genationaliseerd vanwege de kredietcrisis, weer naar de beurs moet. Zalm zou het liefst zien dat de staat een minderheidsaandeel van vijftien tot dertig procent in handen houdt, maar daar wil minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem (PvdA) niet aan. Zalm legt zich daarbij neer.

Zalm zei er niets in te zien om ABN AMRO geheel in handen van de staat te houden, zoals de SP wil. Dat leidt tot te veel bemoeienis van de politiek, zei Zalm. Hij trok een vergelijking met de NS. "Het gaat hier voortdurend over wat een treinkaartje mag kosten, welke stations open en dicht moeten en of de treinen wel of niet moeten rijden." Zalm heeft geen trek in zo veel bemoeienis met de bedrijfsvoering.

ABN AMRO krijgt wel constructies die bescherming moeten bieden tegen een vijandige overname. Ook zoekt Zalm naar manieren om zeker te stellen dat de bank zich niet opnieuw louter gaat richten op aandeelhouderswaarde, maar vooral op soliditeit, langdurige klantrelaties en de lange termijn. "Als je kortetermijnstuntwerk wilt zien, moet je een andere bank zoeken", is zijn boodschap aan beleggers.