FOK!toen: De geboorte van het internet

In de FOK!toen van vandaag gaan we terug naar 29 oktober 1969. Op die dag werd op de Universiteit van Californië in Los Angèles, door de jonge programmeur Charley Kline vanuit Boelter Hall 3420, voor de allereerste keer via Arpanet een bericht verstuurd naar een computer, die in Stanford Research Institute's Augmentation Research Center was opgesteld.

Het allereerste IMP log van 29 oktober 1969
Het allereerste IMP log van 29 oktober 1969 (foto: wikipedia)

Het allereerste bericht dat was verstuurd was het woordje 'lo'. Eigenlijk had het 'login' moeten zijn maar na de eerste twee tekens crashte de SDS Sigma 7 computer. Toen de computer ongeveer een uur later hersteld was van de crash werd alsnog het volledige login commando verstuurd. Het was de allereerste stap op weg naar een nieuw tijdperk. Het tijdperk van het wereldwijde web.

De vroege jaren

Uit de UCLA-blad The Daily Bruin van 15 juli 1969
Uit de UCLA-blad The Daily Bruin van 15 juli 1969

Voor de ontwikkeling van het allereerste computernetwerk moeten we terug naar 4 oktober 1957. De Verenigde Staten waanden zich superieur vergeleken met de Sovjet-Unie en dachten ook dat ze op het gebied van ruimtevaart ver vooruit liepen op de Sovjet-Unie, maar toen dat land op 4 oktober 1957 de allereerste Spoetniksatelliet in een baan om de aarde bracht was de schrik groot. Vicepresident Nixon kon dan nog zo roepen dat de Russen 'geen zier sterker' waren geworden, de Amerikaanse burger wist dat ze vanaf dat moment een stuk kwetsbaarder waren voor een nucleaire raketaanval door de Sovjet-Unie.

Uit de Leeuwarder Courant van 14 oktober 1957
Uit de Leeuwarder Courant van 14 oktober 1957

De plotseling ontstane Spoetnikcrisis zorgde wel voor de start van een aantal belangrijke ontwikkelingen. Zo werd in 1958 de NASA opgericht om een ambitieus ruimtevaartprogramma te ontwikkelen, dat zou leiden tot de ruimtewedloop met de Sovjet-Unie. Ook kwam er meer geld beschikbaar voor zowel wetenschap, techniek en ruimtevaart. Waar men het in 1958 nog had moeten rooien met 'slechts' 34 miljoen dollar kreeg men in het daaropvolgende jaar zo'n 100 miljoen dollar meer. De belangrijkste stap in dit verhaal werd echter gezet door het Advanced Research Projects Agency (ARPA) van het Amerikaanse ministerie van defensie. ARPA nam het initiatief tot het ontwikkelen van het eerste computernetwerk, luisterend naar de naam Arpanet.

Uit de Leeuwarder Courant van 15 oktober 1957
Uit de Leeuwarder Courant van 15 oktober 1957

Arpanet
Een project waar de ARPA aan werkte was een systeem om universiteiten die voor ARPA aan het werk waren via een computernetwerk met elkaar te laten communiceren. Hiervoor had men wel een betrouwbaar en efficiënt computernetwerk nodig. Om aan deze beide eisen te kunnen voldoen werd besloten om de gegevens op te splitsen in kleine pakketjes en deze individueel via de beste route naar de eindbestemming te sturen. Op de eindbestemming werden deze pakketjes dan weer samengevoegd tot het oorspronkelijke bericht. Door dit systeem werd het netwerk minder gevoelig voor onderbrekingen.

Ook moest er rekening mee worden gehouden dat men gebruikmaakte van verschillende computersystemen. Om dit probleem op te lossen plaatste men op elke netwerklocatie een minicomputer die dienst deed als interface message processor (IMP). Deze fungeerde dan als een soort van interface tussen de computer en het netwerk. Voor het ARPA-netwerk werd gebruikgemaakt van 16-bits DDC-516 computers van Honeywell. Een IMP kun je vergelijken met een router, het enige verschil was dat deze bakken uit 1969 zo groot als een flinke koelkast waren. Toch was dat ook nog klein vergeleken met de gemiddelde computer uit diezelfde tijd.

In 1968 werden de eerste concrete plannen voor het Arpanet gemaakt en besloot men om de implementatie uit te besteden aan de firma Bolt, Beranek and Newman. Op 2 september 1969 werden er voor het eerst gegevens uitgewisseld tussen een computer en een imp. Het zou echter tot 29 oktober 1969 duren voordat de eerste host-to-host-verbinding tussen de universiteiten van Los Angèles en Stanford werd gemaakt. Na de totstandkoming van deze eerste verbinding ontwikkelde Arpanet zich snel. In 1969 waren er vier IMP's actief aan de westkust van de Verenigde Staten. Deze netwerklocaties waren te vinden op de Universiteit van Californië in Los Angèles, de Universiteit van Californië in Santa Barbara, de Stanford-universiteit en de Universiteit van Utah. In 1970 was het netwerk al uitgegroeid tot 10 sites en in het daaropvolgende jaar waren er al 15 netwerklocaties, waarop in totaal 23 computers aangesloten waren.


Elektronische post
Arpanet was oorspronkelijk ontwikkeld voor het aanmelden op andere computers via Telnet en het versturen en ontvangen van kleine bestanden via een FTP-verbinding. Een andere toepassing die al snel erg populair begon te worden was het verzenden van e-mail. Al vanaf 1971 kon men via een computernetwerk berichten naar andere gebruikers versturen. Het was de Amerikaanse programmeur Raymond Tomlinson die in 1971 het idee kreeg om via een computernetwerk berichten te gaan verzenden aan medegebruikers. Tomlinson had echter een symbool nodig om de naam van de persoon en de naam van de computer waarop ze waren aangesloten te scheiden. Op zijn toetsenbord zag hij het apenstaartje (@) staan en besloot om deze te gebruiken. In 1973 bestond driekwart van al het internetverkeer uit e-mailberichten.

Begin van het internet

Arpanet in 1971
Arpanet in 1971

Eind 1972 bestond het Arpanet al uit 24 locaties, waaronder de NASA, het Pentagon en de NSF. In Frankrijk was rond diezelfde tijd ook ene Louis Pouzin begonnen met het Cyclades-project, een computernetwerk dat te vergelijken was met Arpanet. Net als Arpanet was ook Cyclades bedoeld voor wetenschappelijk gebruik. In 1973 zou Arpanet voor het eerst een connectie maken met een netwerk buiten Amerika. Via een satelliet werd verbinding gemaakt met het Noorse NORSAR-netwerk. Niet lang daarna zou er ook connectie worden gemaakt met een experimenteel netwerk in Londen. Steeds meer netwerken sloten zich aan bij het Arpanetwerk waarbij Arpanet als backbone fungeerde voor het ARPA internet. In juni 1974 bestond het netwerk uit 62 computers.

In hetzelfde jaar kwamen Vinton Cerf en Robert Kahn met het TCP/IP-protocol. TCP/IP was een combinatie van Transmission Control Protocol (TCP) en het internetprotocol (IP). Bij het TCP/IP-model wordt het netwerkverkeer verdeeld in een viertal lagen, waardoor het afweek van het Network Control Program dat tot dan toe werd gebruikt. TCP/IP werd al snel de standaard die alle vormen van communicatie tussen alle soorten netwerken moest mogelijk maken en was daarmee ook de eerste grote stap in de richting van het huidige internet.

Arpanet in 1980
Arpanet in 1980

Tussen 1974 en 1984 ontstonden er verschillende computernetwerken, zoals MFEnet, SPAN, Usenet, Bitnet, CSNet, EUnet en EARN, die allemaal gekoppeld werden aan het netwerk van Arpanet. Op 3 mei 1978 ontvingen 400 gebruikers van Arpanet voor de allereerste keer een ongewenste e-mail. Marketingmedewerker Gary Thuerk stuurde een aankondiging naar aanleiding van de lancering van nieuwe modellen van DEC-20-computers en kreeg het aan de stok met het Ministerie van Defensie vanwege het versturen van spam. Aan het begin van de tachtiger jaren werd Arpanet opgesplitst in het National Science Foundation Netwerk en Milnet, een militair netwerk dat niet rechtstreeks met het publieke netwerk verbonden was.

Het NFSNet werd het middel voor uitwisseling van digitale informatie tussen universiteiten. TCP/IP werd vooral succesvol vanwege het UNIX-besturingssysteem dat tegen 1983 algemeen gebruikt werd. De echte groei van het internet kwam pas na 1985 toen steeds meer UNIX-netwerken, Local Area Networks en Wide Area Networks rechtstreeks op Arpanet werden aangesloten. Vooral de commercialisering van de TCP/IP-technologie door SUN Microsystems en de verspreiding van Ethernet, door onder meer Xerox en 3Com, zorgden voor deze enorme groei. In 1983 stapte men geheel over op TCP/IP en daarmee was het internet zoals we dat nu kennen geboren.