Engelsen de echte 'kikkerlikkers'

Kikkerbilletjes waren mogelijk al duizenden jaren een delicatesse in het prehistorische gebied dat nu Engeland is voordat de Fransen zich eraan waagden. Dat blijkt uit archeologische opgravingen vlakbij de beroemde steencirkel Stonehenge. Dit zeggen wetenschappers.

In april troffen archeologen op de vindplaats Blick Mead, in het graafschap Wiltshire, verkoolde botten aan van een klein dier. Na onderzoek door het Natuurhistorisch Museum bleken het gekookte en deels verorberde botjes van een kikker te zijn. "Ze hebben zeker het pootje gegeten, omdat dat vrij groot en sappig was", zei David Jacques, leider van het onderzoeksteam, tegen The Guardian. Kikkerbilletjes worden aan de overkant van de plas frog legs genoemd.

De botjes lagen op een plek die in de Middensteentijd bewoond was, tot bijna achtduizend jaar terug. De vindplaats ligt op zo'n anderhalve kilometer van Stonehenge. Overigens werden er ook andere dierlijke resten gevonden, waaronder van het inmiddels al eeuwen uitgestorven oeros, van wilde zwijnen en van herten.


Ook de Amerikanen zijn er gek op (beeld: Backwoodsman Institute)