Cassatie in tongzoenzaak

Een 37-jarige Harlinger die is veroordeeld voor een ongewenste tongzoen aan een schoonmaakster stelt cassatie in tegen een uitspraak van het gerechtshof in Leeuwarden. Dat maakt het advocatenkantoor Anker en Anker donderdag bekend. De Harlinger blijft erbij dat hij onschuldig is.

De man, die in 2008 in toiletten van het Medisch Centrum Leeuwarden een schoonmaakster een tongzoen gaf, stelde al eens eerder met succes cassatie in in de zaak. In 2009 werd hij door de rechtbank in Leeuwarden en later door het gerechtshof veroordeeld voor verkrachting, zoals het binnendringen van het lichaam van iemand in juridische termen wordt genoemd. De Leeuwarder ging vervolgens in cassatie tegen die uitspraak van het hof.

In maart bepaalde de Hoge Raad dat een gedwongen tongzoen niet langer geldt als verkrachting. Het hoogste rechtscollege verwees de zaak terug naar het gerechtshof, dat in september oordeelde dat de man schuldig is aan aanranding. De man kreeg hiervoor een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden opgelegd.

De verdediging wil van de Hoge Raad horen of de veroordeling is gebaseerd op voldoende bewijs. Volgens de Harlinger is het enige bewijs de verklaring van de vrouw dat zij gedwongen zou zijn tot de tongzoen en dat zou onvoldoende zijn. De man stelt zelf dat de vrouw vrijwillig met hem tongde.