'We hebben de keel van je man doorgesneden'

In de christelijke Syrische stad Maalula houden jihadisten huis. Sinds de stad op 9 september in handen is gevallen van de terroristen is de overwegend christelijke bevolking niet meer veilig. Velen zijn gevlucht naar Damascus.

Er zijn voorbeelden van gedwongen bekering tot het geloof van de vrede. Zo zetten leden van het Al Nushrafront doodleuk het geweer op het hoofd van een inwoner en dwongen ze hem de Sjahada op te zeggen. ´Er is geen god dan Allah´ en nog wat onzin. Iemand die deze zin uitspreekt wordt als een moslim beschouwd. Naderhand moesten de dappere strijders van Allah hier erg om lachen: ´hij is een van ons nu´.

Een vrouw die na de aanval naar Damascus was gevlucht en haar man probeerde te bellen, kreeg onverwachts niet haar man, maar een terrorist aan de lijn. Deze vertelde haar dat hij en zijn vriendjes haar man de keel doorgesneden hadden. De man weigerde namelijk bekeerd te worden tot het ware geloof. ´Jezus kwam niet om hem te redden´, wist de terrorist de weduwe nog even mee te geven.

Net buiten stad zitten 40 nonnen en weeskinderen klem tussen het geweld. Zij verschuilen zich in een klooster en de voorraden beginnen op te raken.

In Maalula wordt nog Aramees gesproken. De taal waarvan verondersteld wordt dat Jezus die sprak.