Syrië levert Moskou bewijs over gifgasaanval rebellen

Syrië heeft Rusland bewijsmateriaal verstrekt waaruit volgens Damascus blijkt dat de gifgasaanval van vorige maand het werk was van rebellen en niet van Syrische regeringstroepen. Dit heeft de Russische onderminister van buitenlandse zaken Sergej Riabkov woensdag gezegd. De minister werd geciteerd door het persbureau ITAR-Tass.

Rusland verbindt nog geen conclusies aan het getoonde materiaal, aldus de onderminister. Dinsdag voerde Riabkov overleg met de Syrische minister van buitenlandse zaken Walid al-Moallem. Voor woensdag staat een onderhoud met president Bashar Assad op zijn agenda.

Riabkov hekelde tevens het rapport van de VN-inspecteurs die de gifgasaanval bij Damascus hebben onderzocht. "We zijn niet blij met dit rapport", aldus Riabkov. "We denken dat het rapport (...) eenzijdig was en dat het gebaseerd is op gebrekkige informatie."

Rusland heeft meermaals gezegd dat een mogelijke gifgasaanval op 19 maart het werk van de rebellen was. Riabkov zei dat zijn regering de beschuldigingen van de Syrische regering over de aanval van 21 augustus zorgvuldig bestudeert. "Omdat we eerder tot dezelfde conclusie kwamen over het incident van 19 maart, nemen we het bewijsmateriaal van Syrië over betrokkenheid van de rebellen bij de aanval van 21 augustus zeer serieus", aldus Riabkov.

Assad ontving woensdag een Amerikaanse delegatie van voormalige Congresleden en vredesactivisten, onder wie Ramsey Clark, die minister van justitie was onder president Lyndon Johnson. "Beleid van de Amerikaanse regering dat is gebaseerd op het beginnen van oorlogen, inmenging in de zaken van andere landen en het opleggen van hegemonie aan volken dient niet de belangen van de Amerikaanse bevolking en druist in tegen haar waarden en principes", zei Assad tegen de delegatie, meldde staatspersbureau SANA.