'Los hypotheek af met pensioen: goed voor staat'

Als werknemers hun pensioenpremie zouden mogen gebruiken om hun hypotheek af te lossen, levert dat de Nederlandse schatkist jaarlijks tweehonderd miljoen euro op. Dat meldt de reformatorische vakbond RMU vrijdag na eigen berekeningen. De meeste werknemers zetten nu verplicht een deel van hun salaris opzij voor hun oude dag.

Jaarlijks wordt voor veertig miljard euro aan premie ingelegd, zo stelt de vakbond. Werknemers nemen daarbij ruim dertien miljard euro voor hun rekening. Als werknemers dat bedrag bij hun salaris zouden krijgen, verwacht RMU dat ongeveer tien procent het geld zou gebruiken om hun hypotheek verder af te lossen.

Omdat over het extra salaris 42 procent belasting wordt geheven, zou het rijk direct 560 miljoen euro per jaar aan extra inkomsten krijgen. Daar staat tegenover dat de overheid op langere termijn jaarlijks inkomsten misloopt omdat er in de toekomst minder pensioen wordt uitgekeerd. Onder de streep zou de overheid 160 miljoen euro overhouden.

Met het extra aflossen van hypotheken neemt de rente die de werknemers betalen echter ook af. Zij kunnen bij hun belastingaangifte daardoor minder hypotheekrente aftrekken, waardoor de staat jaarlijks zo'n 25 miljoen euro minder fiscaal voordeel hoeft te geven, aldus RMU. Daarnaast bespaart de overheid tussen de vijf en tien miljoen op toeslagen, waardoor de totale opbrengsten voor de overheid uitkomen op minimaal 190 miljoen euro.

Ook voor werknemers is het volgens de vakvond interessant om hun pensioenpremie te gebruiken om hun hypotheek af te lossen, omdat ze dan maandelijks minder rente hoeven te betalen. Daarnaast neemt het aantal hypotheken dat onder water staat af, wat goed is voor de woningmarkt. Bovendien slinkt de forse hypothekenportefeuille van banken.

De vakbond heeft de Stichting van de Arbeid gevraagd om te onderzoeken of het flexibeler maken van de pensioenpremie haalbaar is. Ook is RMU in gesprek met enkele andere vakbonden, het ministerie van Sociale Zaken en voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Wiebe Draijer.